107
en Willemina Jacoba van Hoorn. In de hoofdstad was hij
bierbrouwer en lid van de gemeenteraad. Z.M. had hem
benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Hij woonde te Amsterdam op de Keizersgracht 662, tussen
de Leidse- en Spiegelstraat. In Juni 1832 was hij er getrouwd
met Johanna Christina Borski, dochter van Willem Borski I
en van Johanna Jacoba van de Velde. De broeders van de
bruid waren met dit huwelijk weinig ingenomen. Als Willem
Borski II in Juli 1832 de kuur te Aken doet, laat David zich
in weinig vleiende termen over de nieuwe zwager uit: ,,Ik
heb nog niets in hem ontdekt dat eene vrouw met 5 zinnen
kan charmeeren; hij heeft weinig manieren, geen educatie,
geen geest en niets aangenaams in zijn uiterlijke. Enfin de
zaak ligt er toe en wij moeten er ons in schikken". Wellicht
was hier ook de oud-Amsterdamse afkeer van al wat met adel
verband hield, in het spel.
Bickers echtgenote was berucht lastig. Zij stoorde zich
niet aan haar broer Willem die, zich gedragende als pater
familias, gewend was dat de broers en zusters niet afweken
van hetgeen hij juist of gewenst oordeelde. Telkens waren er
moeilijkheden. Suze Borski, van Vaart-en Duin", wist de
gemoederen vaak tot bedaren te brengen. Men kon er echter
zeker van zijn dat Bicker dan alles door een onhandigheid weer
bedierf. Een hartgrondig: „Wat is het toch een aap!",
geeft de stemming der gebroeders in hun briefwisseling weer15.
Als koopsom heeft Bicker voor zijn buitengenoegen f 20.000,-
moeten neertellen. Hij vergroot het huis aan de zuidzijde met
een ruim vertrek, aan de westzijde van een veranda voorzien.
In September 1846 had hij door koop het Overveense „Bel
védère" verworven en bewoonde dit des zomers met zijn
echtgenote 16. Nimmer heeft het echtpaar B.-B. op „Buyten
Twist" verblijf gehouden. De herenhuizing „met de nieuw
gebouwde zaal en de bloemtuin" was verhuurd aan Mejuf
frouw Johanna Maria van Wijck te Amsterdam voor f 550,
in het jaar. De belendende boerderij was verpacht. Bicker
vergroot haar in 1854 met een perceel weiland, gekocht uit
de nalatenschap van Mr. Petrus Johannes van Naamen van