114
die uiteraard veel belang hadden bij een goed berijdbare
Kleverlaan als toegangsweg tot de stad. Ook op deze weg
mocht tol geheven worden ter bestrijding van de onderhouds
kosten.
In het zuidelijk deel van de gemeente had zich in 1824
een soortgelijke „Negotiatie" als die voor Bloemendaalseweg,
Zijlweg en Kennemerweg gevormd met het doel de Zand-
voorterweg vanaf de Herenweg onder Heemstede door
Aerdenhout tot in Zandvoort met klinkers te bestraten. De
Commissie, bestaande uit enkele Haarlemse ingezetenen
benevens enige bewoners van buitenplaatsen in Heemstede,
Vogelenzang en Aerdenhout, begon in 1825 met de aanleg
van de klinkerweg, welk werk in 1828 gereed kwam. De
Commissie beoogde niet alleen een goede verkeersweg naar
het dorp Zandvoort tot stand te brengen, maar tevens om
door het scheppen van een badgelegenheid in Zandvoort
de zeer arme bevolking aldaar een beter bestaan te ver
schaffen. Evenals de Bloemendaalse Negotiaties ontvingen ook
de Commissarissen van de Zandvoorterweg bij de goedkeuring
van hun „Plan" krachtens Koninklijk besluit van 29 maart
1826 no. 99 het recht tot tolheffing.
Blijkbaar waren de tolontvangsten lang niet toereikend om
de verschillende wegen behoorlijk te onderhouden, want
talrijke klachten over kuilen in de bestratingen werden in
volgende jaren gehoord. Vooral de toestand van de Klever
laan was zo slecht, dat de weg bij zware regenval en in de
winter schier onbegaanbaar was.
De gelden, die de gemeente in de eerste helft van de vorige
eeuw voor de wegen beschikbaar stelde, betroffen omstreeks
1838 nog alleen het maken van een schulpweg vanaf het
Raadhuis naar „Elswoutshoek" dus de Korte Zijlweg, later
gevolgd door een bijdrage in de onderhoudskosten van de
verharde Elswoutslaan en van de Meerenbergseweg
thans het gedeelte Brederodelaan vanaf de Donkerelaan in
noordelijke richting.
Hoewel de verbeteringen slechts de voornaamste wegen
golden was men er toentertijd in aanmerking genomen