119 Onvermijdelijk was het dat voor wegverbetering of -ver breding veel eigenaars een gedeelte van hun voortuinen moesten afstaan, eveneens dat fraaie boombeplantingen langs oude wegen gedoemd waren te verdwijnen. In de dorps buurten van Bloemendaal en Overveen maakten de stoepen met hekjes en zitbanken bijna overal voor trottoirs plaats. Natuurlijk hielden al deze voorzieningen een grote verbete ring voor rij- en voetgangersverkeer in. Maar niet ontkend kan worden dat dit menigmaal ten koste van het landschaps- schoon ging en het verlies van het vertrouwde aardige dorps beeld betekende. Als resultaat van de wegenzorg over de eerste jaren na 1900 vermeldt het gemeenteverslag, dat in 1914 het wegennet bestond uit: 2100 m basaltweg 30650 m klinkerbestrating 14350 m puinweg 4900 m koolasweg en 3900 m zandweg. Uit deze opgave blijkt dat behalve met klinkers en puin, ook enkele rijwegen met basalt waren verhard. In 1909 werd namelijk voor het eerst een gedeelte van de Vogelen- zangseweg tussen Leyweg I en Leyweg II met basalt en leem verhard, terwijl de Van Lennepweg een basalt- en bitumen- verharding kreeg. Voor deze verhardingsmethode was de aanschaffing van een stoomwals vereist, die een uitgave van f5.000,vroeg. Dat deze nieuwe werkwijze toentertijd de aandacht in bredere kring trok, bewijst een foto, voorkomende in het weekblad ,,De Prins" van 12 juni 1909, die het vol gende onderschrift draagt: ,,De pas in gebruik genomen stoomwals der gemeente Bloemendaal, een weg effenende na bij Vogelenzang; dat de bezoekers van de schoone streek door aanwending van deze nuttige machine zeer gebaat worden, is te begrijpen". Omstreeks 1922 ging men er toe over de klinkerwegen te bedekken met een laagje „spramex", een asfaltproduct inge- I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 121