123 voetpad voor de afwatering. Herhaaldelijk werden in de jaren 18821890 dan ook in de raad klachten over deze onhoud bare toestand geuit. Zo zei men bijvoorbeeld van de Klever- laan, dat die bij regenweer meer op „een rivier met eilandjes" dan op een weg geleek. De vele klachten waren voor het gemeentebestuur dan ook aanleiding om een aanvang te maken met een betere waterlozing. Maar eerst in het begin van deze eeuw werd de riolering van de wegen intensief ter hand genomen. Bij de aanleg van nieuwe wegen moesten de desbetreffende voorschriften worden opgevolgd. Hoeveel zorg de gemeente gedurende de laatste vijftig jaren besteedde om een goede waterafvoer te waarborgen, spreekt uit het feit, dat zij in 1960 beschikte over: lengte riolering61.752 m aantal ruimputten1125 stuks straatkolken1490 trottoirkolken3142 overstortputten21 (naar zakput, sloot enz.) Sneeuwruimen', bestrijding gladheid Een bijzonder aardig schouwspel op de weg boden vroeger 's winters-de vaak kunstig bewerkte arresleden, bespannen met paarden, die fleurig waren opgetuigd met gekleurde pluimen en vrolijk rinkelende bellen, welke gemend werden door bestuurders, gehuld in met bont gevoerde jassen met schouder pels en bontmuts. Tot in de eerste decennia van deze eeuw kon men bij zware sneeuwval van dit wintervermaak genieten, omdat sneeuwruimen en bestrijding van gladheid hier zo goed als niet plaats vonden. Pas toen de moderne vervoer middelen hun intrede op de weg deden en de overheid aan dacht aan de verkeersveiligheid moest schenken, ging men ertoe over de rijwegen sneeuwvrij te maken en ook de gladheid te bestrijden. Het onvermijdelijke gevolg hiervan was dat de arreslee voorgoed uit het wegbeeld verdween. Aanvankelijk gebruikte men handkracht voor sneeuw-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 125