124 ruimen en zandstrooiing, maar in de laatste jaren maken zogenaamde sneeuwploegen met speciaal daarvoor ingericht motormateriaal de rijwegen nu sneeuwvrij. Voor de bestrij ding van gladheid maakte men sedert 1926 gebruik van zandstrooiers, welke bevestigd werden achter een auto met laadbak, gevuld met zand. Hieruit werden de zandstrooiers gevuld om het zand over de rijweg te werpen. Deze strooiers, naar een ontwerp van Publieke Werken in de gemeentelijke smederij aan het Kerkplein (thans werkplaats en garage van het Gas- en Waterbedrijf) gemaakt, zijn tot omstreeks 1950 benut. Nadien werden nieuwe aangeschaft, waarmede op lager niveau kon worden gestrooid en waarvan de strooi- breedte regelbaar was. Sinds 1963 doet voor hetzelfde doel een auto met laadbak dienst, waarachter een spreider wordt aangehaakt, die naar gelang van vereiste óf zout óf een mengsel van zout en zand waarvan de dosering automatisch ge regeld kan worden op de rijweg strooit. Zout en zand wor den door een hydraulische laadschop in de laadbak gestort. Bij strenge en langdurige winters zijn met deze werkzaam heden dikwijls grote bedragen gemoeid. Zo werd hieraan in 1955 ruim ƒ32.000.besteed. In de minder strenge winter van 1960 bedroegen de kosten aanmerkelijk minder, namelijk rond/11.000.Daarentegen werd in het kalenderjaar 1963 het aanzienlijke bedrag van 160.000.(inclusief materieel- kosten) hiervoor uitgegeven. Stof bestrijdingreiniging Een van de eerste taken, die het gemeentebestuur ten aan zien van het weggebruik op zich nam, was destijds de stof- bestrijding. Inwoners en bezoekers ondervonden 's zomers, vooral bij langdurige droogte, grote hinder van de stofplaag op de weg en om dit ongerief te verminderen besloot men tot wegbesproeiing over te gaan. Voor dit doel werd in 1863 door de gemeente een water wagen aangeschaft en in het daarop volgende jaar vroeg burgemeester Lonbar Petri aan de raad een som van hoogstens f60,uit de gemeentekas beschikbaar te stellen om „die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 126