125 wagen te bezigen tot het bevochtigen van de wegen door de meest bevolkte gedeelten van de buurten Overveen en Bloemendaal". Enkele raadsleden maakten bezwaren tegen het voorstel, omdat de besproeiing zich niet zou kunnen uitstrekken over de gehele weg van Haarlem over Overveen naar Bloemendaal. De maatregel zó uit te breiden, dat dit wèl zou geschieden, lieten, volgens hen, de geldmiddelen der gemeente niet toe. Maar andere leden achtten aanneming van het voorstel daarentegen zeker gewenst, waarbij zij als hun mening te kennen gaven dat „de inwoners het meest het ongerief van het verstuiven van het dekzand van den weg ondervonden, terwijl ook niet uit het oog mocht worden verloren, dat men met een kleine geldelijke opoffering het verblijf der opgezetenen en de wandeling door deze gemeente eenigszins kon veraangenamen". Deze argumenten gaven de doorslag en na stemming werd met 6 tegen 3 stemmen de gevraagde som van f 60,toegestaan. Ook in de volgende jaren maakt de wegbesproeiing een punt van bespreking in de raad uit. Zo wordt in 1882 na langdurige discussie een voorstel verworpen om de wegen van gemeentewege te doen besproeien, waarvan de kosten f700,zouden bedragen. Evenwel wordt er het volgende jaar in principe toe besloten, nadat de totstandkoming van een verordening op de heffing van „sproeigeld in uitzicht was gesteld. De vaststelling van deze verordening had nog in de december-vergadering van hetzelfde jaar plaats. In het ter zake dienende raadsvoorstel deelden burgemeester en wethouders mede, dat sinds enige jaren sommigen van de rechtstreeks belanghebbende ingezetenen getracht hadden in de bestaande behoefte van wegbesproeiing te voorzien door vrijwillige bijdragen bijeen te brengen. Evenwel hadden deze wisselende bedragen met de uit de gemeentekas toege stane gelden slechts een onvoldoende besproeiing mogelijk gemaakt. Indien men een volledige besproeiing wilde doen plaats vinden, dan moest een tweede waterwagen aange schaft worden en zouden bovendien meer pompen en water- leidingwerken nodig zijn. De raad, rekening houdende met de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 127