126
nieuwe verordering op de heffing van sproeigeld, besloot
toen voortaan de helft van de totale kosten van wegbesproeiing
voor rekening van de gemeente te nemen.
Het sproeigeld werd geheven van de bewoners van de langs
de te besproeien weg gelegen percelen. De bijdrage voor iedere
besproeiing, waaronder verstaan werd het behoorlijk nat
maken van de weg, bedroeg een halve cent per 5 strekkende
meters halve weg. Percelen van minder dan 5 m breedte aan
de wegzijde waren vrijgesteld en die welke zich over meer dan
150 m langs de weg uitstrekten, werden voor dat meerdere
niet in aanmerking genomen.
De besproeiing in 1884 geschiedde vanaf de grens der
gemeente aan de Zijlweg tot aan de laan voorbij „Aelberts-
berg", dus op de Zijlweg, Bloemendaalseweg, Kerkbuurt,
Kennemerweg tot aan de Dennenweg, voorts op de weg van
het gemeentehuis tot „Elswoutshoek" (Korte Zijlweg) en
ten slotte op de Korte Kleverlaan tot aan het huis van Kramer,
perceel Kleverlaan 3 (tegenover de herberg ,,De Knip").
De langs die wegen geplaatste pompen dienden voor het
vullen van de waterwagens.
De uitkomsten over 1884 bleken niet te beantwoorden aan
hetgeen men er zich van had voorgesteld. Het totaal der
kosten met inbegrip van de gemaakte werken bedroeg
over dat jaar f 1.890,een aanmerkelijk hoger bedrag dan
was geraamd, terwijl het geheven sproeigeld slechts f294,04
had opgebracht. Niettegenstaande een sluitende begroting
over het dienstjaar 1884 tot een totaal van rond f41.000,
meende de raad tot tariefsverhoging te moeten besluiten.
Met ingang van 1885 werd het tarief in plaats van een halve
op een hele cent per 5 m halve weg gebracht. Nog eenmaal
vond tariefswijziging plaats en wel in 1899, waarbij de lengte
van de percelen langs de weg van 150 m op 100 m werd
bepaald.
Van 1885 tot en met 1900 brengt het sproeigeld ongeveer
de helft van de werkelijke kosten op, waarvan de bedragen
liggen tussen rond f 500,a f600,In volgende jaren over
treft de belastingopbrengst zodanig de helft der kosten, dat de