15
en gelijkmatig tot wijsheid was gekomen. Nadat hij zich
welbewust uit zijn aanvankelijke omgeving had losgemaakt
wijdde hij zich aan wat hij duidelijk als zijn taak had onder
kend, het oplossen van de problemen van ruimte en licht,
en daarbij werd hij tegelijkertijd gesteld voor een tweede,
het innemen van een eigen, min of meer geïsoleerd standpunt
in de maatschappij. Tijdens de tweede wereldoorlog leidde
zijn keuze daarin tot een, wat de meeste van hen betreft
tijdelijke, vervreemding van zijn vrienden; zijn persoonlijke
integriteit en zijn formaat als kunstenaar hergaven hem
naderhand zijn positie als nestor van de Haarlemse schilders.
Boot was Haarlemmer. Hij heeft op Ameland gewoond,
in Spaarndam en Amsterdam, maar meer dan een halve
eeuw lang waren Boot en het Klein Heiligland één begrip.
Hij maakte reizen naar Spanje, Italië en de Zwarte Zeekust,
maar deze hebben nauwelijks enige invloed gehad op zijn
werk dat door en door Hollands is. Breitner was zijn ideële
voorbeeld, over zijn leermeesters Miedema, Weitkamp en
Allebé sprak hij met waardering en warme genegenheid,
maar hij bezat een stijl die zich volstrekt van die van anderen
onderscheidde. Hij was lid van de Onafhankelijken, van St Lucas
en Kunst zij ons Doel, exposeerde o.a. in Rotterdam en Parijs
en meermalen in Haarlem waar hem ter gelegenheid van zijn
85-ste verjaardag een eretentoonstelling werd aangeboden
die geopend werd door burgemeester Cremers. In 1961 werd hij
onderscheiden met de gouden médaille van Arti, in 1962
ontving hij de Keerkringmédaille. Bijzondere eer werd hem
bewezen na zijn dood, toen het gemeentebestuur van Haarlem
zijn stoffelijk overschot liet opbaren in de Renaissancezaal
van het Frans Halsmuseum, een hulde die geen schilder vóór
hem ooit ten deel was gevallen.
Boot was niet alleen een kunstenaar van verreikende be
tekenis en invloed. Zijn vele vrienden missen in hem vooral
ook de mens die diepe, onvergetelijke indruk op hen gemaakt
heeft. Een bezoek aan het atelier van Boot maakte hen de
gast van een wellevend man, seigneur d'esprit, die naar
ernstig contact streefde met alle lagen van de bevolking en