DE LUTHERSE KERK TE HAARLEM Ook te Haarlem had de leer van Maarten Luther vrij spoedig na zijn eerste optreden aanhangers gevonden, zoals blijkt uit een besluit van de Vroedschap van die stad van 15 maart 1526, luidende: ,,Alsoe fame is, dat de dwalinge van de Lutheriaensche opinie by eenighe alhier in Haerlem gesubtineert wordt, soo sullen die Schout, Burgemeesteren en Schepenen naerstelick toesien, dat daerinne voorsien wordt alsoo behoirt, naervolgende die placaten ende mandementen van den Keyser daerof gepubliceert sonder eenighe simulatie". Reeds eerder, op 10 november 1525, was van het Stadsbestuur het „gebod" uitgegaan „dat alle diegeene, die eenige boeken mogten hebben, geschreven van Marthinus Luyter, Pomerany, Carlostaden, Melanton, en anderen, die „opte markt ofte Sant" moesten brengen om aldaar verbrand te worden L Dat uit de hier aanwezige aanhangers van de Lutherse leer toenmaals geen Lutherse gemeente is gegroeid, had niet alleen zijn oorzaak in de vervolgingen, maar ook in het feit, dat de leer van Calvijn, en later die van Menno Simons, hier meer ingang vond. De Hervormden verwierven zich reeds in 1566 een houten gebouw aan de Baan voor hun godsdienstoefe ningen, dat echter het volgend jaar op last van de Vroed schap 2 moest worden afgebroken. Van predicatiën voor Lutheranen horen wij echter eerst tijdens het beleg der stad van 15721573; zij worden dan voor de Duitse huurtroepen gehouden in de kapel van het St. Jacobsgodshuis over het Spaarne3. Als predikant wordt genoemd Wilhelm von Lupeck, die behoorde tot de troepen van kapitein Steenbach. Hij werd na de overgave der stad tegelijk met Ripperda gevangen genomen en eveneens op 16 juli 1573 ter dood gebracht. Maar terwijl de voormalige gouverneur van Haar lem werd onthoofd, is Lupeck opgehangen, omdat hij een afvallige monnik was 4.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 35