62 Wat nu te doen? De toenmalige bisschop van Utrecht, Guy d'Avennes, liet een onderzoek instellen naar het „nova domus dicte Sancti Lazaris sita iuxta priora fossata oppidi de Haer- lem prope nemus" 32. Het lag dus vlak bij de Hout, vermoe delijk bij het huidige Houtplein. Allan veronderstelt zelfs, dat de Stad Haarlem zich reeds in 1297 tot aan de Hout en dus tot de tegenwoordige Gasthuisvest uitstrekte 33. Dit wordt bevestigd door het stuk van 7 mei 1311, waarbij Willem van Egmond land in De Lier gaf aan de kapel, geheten „Nuwe Cloester", gelegen op de „uterste graft" van Haarlem nabij de Hout 34Spoedig hierop overleed hij en zijn broeder Wouter van Egmond schonk het „Nuwe Cloester" met al zijn bezittingen op 1 november 1312 aan het huis van St. Jan te Haarlem35, waardoor het dus een St. Jansklooster werd. Ik wil er de aandacht op vestigen, dat bij voortduring sprake is van slechts één kloosterstichting. Wij vinden weliswaar nog een bul van Paus Clemens VI van 15 mei 1345 voor het „nove hospitalis milicie Sancti Lazaris iuxta Hairlem" 36, maar deze is óf een vervalsing, aangezien hij slechts in afschrift voorkomt in een register, dat moest dienen in een aflaatstrijd met de Haarlemse pa rochiekerk, óf het St. Gangolfsgasthuis op de Botermarkt wordt bedoeld. Nergens vinden we echter enig bewijs, dat het huis van de Bank van Lening in de Kleine Houtstraat een klooster is geweest. De Commanderij van St. Jan te Haarlem heeft zijn ont staan te danken aan het feit 37dat magister Gerardus de Tetterode, kanunnik van St. Marie te Utrecht in 1311 al zijn bezittingen te Haarlem en Monsterambacht voor de oprichting ervan schonk. Weldra overleed hij, maar had nog de vol doening gehad om van Jacob van Denemarken, bisschop van Zuden en vicaris-generaal van de bisschop van Utrecht, verlof te krijgen voor de stichting. Jacob van Denemarken, die een gunsteling van graaf Willem III de Goede was en in Holland grote invloed bezat, zou de eigenlijke stichter worden. Het St. Jans Klooster verkreeg grote voorrechten en talrijke bezittingen. Zo konden de broeders reeds in 1316 vanuit de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 64