DE RESIDENTIES VAN DE BISSCHOPPEN VAN HAARLEM (tot 1859) Inleiding Het ideaal door alle Bourgondische en Oostenrijkse vorsten nagestreefd: de Nederlanden ook in kerkelijk opzicht tot één geheel te maken, onafhankelijk van elke buitenlandse invloed, werd door Philips II bereikt. Na moeizame onder handelingen van ruim een jaar, vaardigde Paulus IV op 12 mei 1559 een bulle uit „Super universas", waarbij in de Nederlandse provinciën 3 aartsbisdommen en 15 bisdommen werden opgericht. Voor het noorden het aartsbisdom Utrecht met vijf suffraganen: Haarlem, Middelburg, Deventer, Groningen en Leeuwarden. Op voorstel van Granvelle, benoemde de koning de vijftigjarige wijbisschop van Utrecht, Nicolaas van Nieuwland, voor de zetel van Haarlem, welke benoeming 10 maart 1561 door Pius IV werd bekrachtigd. Ondanks vele goede eigenschappen, die deze eerste bis schop tot een bekwaam bestuurder en leider hadden kunnen maken hij was een man van theologische kennis, tact, gematigdheid en grote menslievendheid is zijn episcopaat echter jammerlijk mislukt. Reeds voor zijn komst was de bekende scheldnaam, die het Utrechtse volk hem had gegeven, in Haarlem bekend L Toch hebben de Haarlemmers hun bisschop een schitteren de ontvangst bereid. In plechtige processie, begeleid door vele burgerlijke en geestelijke autoriteiten, trok Van Nieuw land zondag 1 februari 1562 zijn feestelijk versierde kathedraal binnen. Wat echter volgens onze begrippen het hoogtepunt had moeten vormen, een pontificale hoogmis, bleef achterwege. Na zijn blijde inkomst nam de bisschop plaats op zijn zetel en woonde een plechtige mis bij ter ere van de Heilige Drie eenheid, opgedragen door de vice-cureyt Nicolaas van Castri- cum, met assistentie van de vier kapelaans, die aan de St.- Bavo verbonden waren5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 68