77
bereiken, liet het niet bij nota's, maar zond zelfs mr. L. A.
Lightenvelt, minister van r.-k. eredienst naar de eeuwige
stad, om zijn verzoek kracht bij te zetten. Tijdens diens
gedwongen afwezigheid werd door Van Hall, die zelf het
ministerie van r.-k. eredienst tijdelijk beheerde, het ontwerp
van wet tot regeling van het toezicht op de kerkgenoot
schappen ingediend. Herhaaldelijk werd Lightenvelt in
audiëntie bij de H. Vader toegelaten, echter zonder succes.
Nadat de minister lang tevergeefs had gepoogd, de stand
vastigheid van de H. Stoel te breken, ging hij eindelijk,
zoals men te Rome reeds enige dagen had verwacht, tot het
uiterste middel over. Op schrift deed hij het voorstel, dat de
wet op de kerkgenootschappen zou worden ingetrokken,
indien de H. Vader wilde overgaan tot concessies betreffende
de zetels van Utrecht en Haarlem, of minstens betreffende de
zetsels van Utrecht en Haarlem, of minstens betreffende die
van Utrecht.
Een camee als „uiting van welwillendheid van de H. Vader
voor een zijner welmenende kinderen", was het enige tastbare
resultaat'voor deze non-pratiquant. Utrecht en Haarlem waren
een fait accompli, waarop niet kon worden teruggekomen.
Na dit antwoord van de paus moest de wet voortgang
hebben.
Eerst nadat het ontwerp door tal van amendementen
ingrijpend gewijzigd en van alle kracht beroofd was, werd
het tenslotte op 25 augustus 1853 met 41 tegen 27 stemmen
aangenomen. Van de 15 artikelen heeft alleen het vijfde
enige betekenis. Het bepaalt, dat hoofden van kerkgenoot
schappen zich niet officieel mogen vestigen in een of andere
plaats, voordat die residentie door de regering „geschikt"
is verklaard. Om aan de regering tegemoet te komen, had de
paus de 1ste juni reeds toegestaan, dat de bisschoppen hun
residentie voorlopig buiten de bisschopsstad zouden vestigen.
1 oktober deelden de aartsbisschop van Utrecht, tevens
administrator van 's-Hertogenbosch, en de bisschoppen van
Haarlem, Breda en Roermond de minister van r.-k. eredienst
officieel mede dat zij als standplaats respectievelijk Haaren,