80
verblijf te Sassenheim had gevestigd. Tevens deed hij op
diezelfde dag aan de geestelijkheid van het bisdom een brief
uitgaan met dezelfde mededeling er aan toevoegend: „Ik
verlang, dat de eerwaarde heren geestelijken mij hun brieven
steeds onder kruisband zenden, hun naam en hoedanigheid
op die kruisband schrijven, want dan ontvang ik de brieven
kosteloos". Met de bisschop namen nog vier personen in dit
nieuwe verblijf hun intrek: Willem Karei van de Linden,
secretaris; Johanna Maria de Lorijnse en Hendrica Sloer,
dienstboden, en tenslotte Johannes Antonius Moet, bediende.
Nadat mgr. Belgrado 29 april 1853 aan het departement
van eredienst had bericht, dat zijn vice-superioraat geëindigd
was, kreeg Van de Linden de 5de mei opdracht de archieven
te splitsen en deze aan de bisdommen Utrecht en Haarlem
over te dragen. Dit omvangrijke werk moest op de laatste dag
der maand voltooid zijn. Wie was Van de Linden? Hagenaar
van geboorte; 25 maart 1844 te Rome priester gewijd, nadat
hij zijn studie aan het college van de Propaganda had vol
tooid; sinds 22 november van datzelfde jaar secretaris van
het vice-superioraat, maar geen vriend van Belgrado. 20 mei
schreef deze aan mgr. Van Vree: „Mr. Van de Linden a
trouvé bon de passer ses vacances dans ma maison, oü il se
trouve encore ce moment, quoique il ne travaille pas pour
moi". Natuurlijk heeft de bisschop hem hierover onder
houden, maar uit zijn antwoord blijkt overduidelijk, dat
archieven splitsen en vakantie houden nu juist geen syno
niemen zijn32. Vier dagen later luidde het advies: „II me
semble, que pour lui il n'y aura d'autre provision que la place
d'aumonier dans une maison religieuse".
Zoals te verwachten was, benoemde de bisschop Van de
Linden tot secretaris. 4 juni aanvaardde hij zijn nieuwe taak.
Het zeer vele werk, dat in den beginne ook door de secretaris
moest worden verzet, had tot gevolg, dat binnen een jaar zijn
zenuwgestel dusdanig was geschokt, dat eervol ontslag
noodzakelijk bleek. Hij kreeg de titel van „kapelaan van de
bisschop". Daar zijn toestand steeds verergerde, moest hij
in een psychiatrische inrichting te 's-Hertogenbosch worden