82 westzijde van de Grote Houtstraat wijk 4-84, tegenover het huis met de trappen, waarin thans de sociëteit „Trou moet blijcken" gevestigd is. Een eerste officiële mededeling treffen we aan in een akte van 1 januari 1756, waarbij Willem Philip Kops verklaart, dit pand „in mindering van desselfs hu welijksgoed" te schenken aan zijn jongste zoon Philip 35. Willem Philip Kops, zoon van Willem Kops, koopman in linnen-garens, en Maria van Casele, trouwde op vijf- en- twintig-jarige leeftijd, 22 september 1720 te Haarlem met Joanna de Vos, dochter van Jacobus de Vos en diens echt genote Gatharina van de Rijp. Hij stamde uit een zeer energieke doopsgezinde familie, uit het Land van Gulik, die ter wille van het geloof, dit land had moeten verlaten 36. Door hard werken had deze zakenman zich in de loop der jaren grote rijkdom weten te verwerven. Uit de boedel van zijn tante Christina de Bas-Van de Rijp koopt hij 14 november 1741: „Eerstelijk een extra plaisante hofsteede, genaamt de Rijp met desselfs heeren huysinge, stallinge, en een spatieus koetshuys en vrugtdragende boomgaart, moestuyn, mits gaders een waterijke garebleekerije met alle desselfs huysinge, stallinge voor koeyen en paarden en verdere getimmerte daarop staande, als meede droogbergh, welgelegen vinkebaan en huysje, alles geleegen in den banne van Aalbertsbergh 37". Ondanks deze welvaart is toch ook leed en verdriet hem niet bespaard gebleven. Toen het echtpaar Kops-de Vos op 22 september 1745 onder overgrote belangstelling zijn zilveren huwelijksfeest vierde, waren reeds vijf van de negen kinderen gestorven. Kops overleed 20 juni 1756; na de dood van zijn vrouw, twee jaar later, ging ook het gehele Bloemen- daalse grondbezit over aan de jongste zoon Philip, handelaar in damast en lijnwaad, 21 maart 1731 te Haarlem geboren. In tegenstelling met „De Rijp", die op 6 april 1797 aan Pierre Francois Voute te Amsterdam voor f18.000,werd verkocht, is het huis in de Grote Houtstraat gedurende ander halve eeuw in de familie gebleven. 15 juni 1762 trad Philip Kops voor de tweede maal in het huwelijk met Josina ten Gate, dochter van Isaac ten Cate, lid van de fa. Is. ten Cate,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 84