DE HOLLANDSE GRAVENDOCHTER HADEWIG, BEGRAVEN IN HAARLEM In recente verhandelingen over de Hollandse graven vinden wij vermeld een Hadewig, of Hedwig, dochter van Floris II, die in Haarlem begraven is. Er wordt nog aan toegevoegd, dat zij non in Rijnsburg was 1 en dat zij in de Sint-Bavo is begraven 2. Gezien wij geen nadere toelichting ontvangen, is het wel gewenst, de juistheid van deze beweringen te toetsen, temeer daar is opgemerkt, dat oude geschriften zowel Floris II als Floris III als vader noemen, en dat het ook wel Floris I kan geweest zijn 3. Wij zien het: de schrijvers copiëren elkaar. Dat kan ook moeilijk anders, want men kan niet altijd alles opnieuw gaan onderzoeken. Maar daardoor is het mogelijk, dat minder gemotiveerde beweringen in de geschiedschrijving binnen sluipen, en het is dienstig, dat men zulke dingen eens grondig onderzoèkt. Dat is met deze Hadewig nog nooit gedaan. Wij gaan nu eerst na, wat de bronnen ons vertellen. Hierbij moet ik wat uitvoerig uitweiden over de weinige bronnen die er zijn en het vele dat erover is geschreven. In het Algemeen Rijksarchief te Den Haag bevindt zich een handschrift uit het midden der 15de eeuw, aangeduid als: Abdij van Egmond, inv. no 3, met boven aan de perkamenten omslag de aanduiding waarmee we het gewoonlijk noemen: Cartularium van Egmond. Het bevat een groot aantal oor konden, in verschillende afdelingen gerangschikt, waaronder afschriften van zeer oude stukken. Onder deze afdelingen zijn vooral belangrijk twee werken die wij gewoonlijk aanduiden als het Gravenregister en de Tabula Egmundana. Het Gravenregister is samengesteld uit a. een dichtwerk van omstreeks 1125 over de graven van Holland van Dirk I tot Floris II (I 1121); b. de vermelding van de plaats waar zij zijn begraven; c. giften van landerijen en kostbare voor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1963 | | pagina 93