102
Engels vooral was het in feite een kunstig bouwsel van slechts
enkele zinnetjes waarin echter het belangrijkste van het sedert
de vorige proef geleerdebeknopt was samengebracht. Wie dat
goed maakte, was bij met het vak. Bij de staatswetenschappen
waren het ook maar enkele vragen die hetzelfde beoogden.
Nolst Trenité was een van die leraren die maar weinig
nodig hadden om te weten te komen wat hij aan iedere leer
ling had. Hij was de man van de droge grapjes, schertsender
wijze zei hij ook eens ervan overtuigd te zijn dat iedere leerling
ook precies van zich zelf wist hoe het met zijn kennis van een
vak stond en het vertrouwen over en weer zo moest zijn, dat
volstaan kon worden met een systeem waarbij de leerlingen
achter de vragen eenvoudig „ja" of „neen" schreven, naar
gelang zij die wel of niet konden beantwoorden.
Hij lachte in de klas nooit voluit, een wat uitgebreid glim
lachje was daar al het uiterste waartoe hij ging als hij b.v.
iets als het bovenstaande debiteerde.
Opvallend was de waarde die hij hechtte aan de dingen van
het menselijke karakter. Mijn latere contacten met Engelsen
hebben mij de overtuiging gegeven dat Nolst Trenité in zijn
jeugd althans gedeeltelijk een Engelse opvoeding moet hebben
gehad. Zijn opvattingen over bepaalde eerlijkheidsbeginselen
en karakteropenheid weken nogal af van het hier gebruike
lijke. Het „spieken" b.v. (wij spraken in Haarlem oudtijds
altijd van „spieren") die vrijwel universele, blijkbaar onuit
roeibare schoolondeugd kon in zijn ogen niet ook maar het
kleinste beetje genade vinden. Wie het euvel bij hem bedreef,
moest er op rekenen dat zijn leraar hem verder links liet
liggen en dat hij het praktisch niet kon goedmaken.
Dat was vrij zeker een overdreven standpunt, gebrek aan
vergevensgezindheid, vooral tegenover menselijke wezens
die nog mensen moeten worden is dat altijd, jeugd is er nu
eenmaal om gecorrigeerd te worden (dat was toen nog zo),
zelfs nog wel eens van ergere vergrijpen dan het domme,
zellbedriegelijke spieken. Wie het „ruizerijm" van de latere
Charivarius kent over het lezen van een geleend boek, be
grijpt deze geestesgesteldheid nog wat beter.