Ill
er een eigen spelling en formule-schrijfwijze op na hield. Het
was natuurlijk eigenlijk ook Van Erp die daardoor de eenheid
brak van de leerstof omdat wij op die manier geconfronteerd
werden met de verplichting, ten gerieve van onze leraren,
twee spellingen van onze taal te hanteren. Als klein voor
proefje van de maar betrekkelijke juistheid van alle kennis
was deze spellings-diversiteit misschien nog niet eens zo gek,
onze jeugdige, stoere ongeschokte evenwichtigheid van geest
kon zo iets trouwens zonder moeite verwerken, maar een
ouderwetse negentiende eeuwse H.B.S.-directeur kon dat
blijkbaar niet in het minst waarderen.
Op het wiskunde-instituut van Dr. Brongersma waren de
wiskundevakken vèruit toonaangevend voor de stand van de
leerling, wie geen wiskunde-hoofd had behoorde op die
school maar slecht thuis en werd dan ook toen niet zelden naar
de eindklasse driejarige H.B.S. geloodst. Onvoldoende cijfers
in de wiskundevakken waren vrijwel altijd „dodelijk" bij
klasse-overgangen, mooie taalresultaten konden daarin geen
redding brengen. Dr. Brongersma's opvolger, Ir. Van Mourik
Broekman was al van dezelfde kracht, van hem stamt de uit
lating dat eigenlijk maar ongeveer 5% van de leerlingen op
die school thuis hoort, resp. zonder zwaar sukkelen het eind
punt bereikt.
Groot verschil met deze tijd was er in de besteding van vrij
komende uren door ziekte van leraren. Wij kregen bij leraar-
ontstentenis nooit vrij, de gebeurtenis was als spijbel-motief
tegenover thuis voor ons onbruikbaar. Het werd ons ook nooit
vooraf medegedeeld, zo'n uur werd altijd geruisloos een extra
wiskunde-uur. Ir. Van Mourik Broekman gebruikte het om
te repeteren of in te halen, was hij verhinderd dan kwam de
„baas" zelf, die nooit iets anders wist te bedenken dan nog
weer eens op andere wijze met ons het wezen van de wiskunde
te benaderen.
Dr. Brongersma was Fries, dat kon je horen als je er mee
op de hoogte was. Als hij wat dicteerde en het woord „rijzen"
kwam er in voor, dan antwoordde hij op een vraag van een
scholier of het met „ij" of met „ei" was, dat hij dat had moeten