120
stadgenoten ook een nuttig burger zijn zonder nu juist al te
veel uiterlijk vertoon. Zijn uiterlijk vertoon bestond ten dele
uit een vrij lange, volle baard. Zo'n exclusief mannelijke
gelaatsdecoratie was toen nog allerminst een zeldzaam voor
komend verschijnsel, men zag ze nog allerwegen. Ook die
baard was een economische factor in 's mans bestaan. Hij
spaarde er niet alleen het scheren mee uit, maar ook stelde het
brede, borstelige geval hem in staat tot besparingsmogelijk
heden op het gebied van dassen. Ik heb van hem in de jaren
dat ik de school bezocht, nooit anders gezien dan een uiterst
smal, zeer waarschijnlijk door Mevrouw Tuytel gehaakt zee
groen dasje dat in alle standen van de baard vrijwel geheel
daarachter verscholen bleef. Baardbezitters hebben echter
begrijpelijkerwijze vaak nogal eens last van kriebelverschijn
selen in de hals en als Tuytel zo'n aanval te verduren kreeg,
pookte hij met een lang potlood onder de baard tussen zijn
boordje. Wij in de klas kregen dan zo'n enkele keer een riant
uitzicht op het smalle zeegroene geval dat wij telkenmale
in een ietwat verder verschoten staat meenden aan te treffen.
Onze leraren uit die oude tijd woonden niet zelden in
kolossale huizen op goede stand. Ik heb al hoog opgegeven
over de faam van Haarlems H.B.S. en over de Indische
vaders die daar hun zoons aan toevertrouwden. Die knapen
kwamen dan in huis bij de leraren van die grote huizen
en zo kwamen die huizen dan weer vol, want een bijzonder
talrijk eigen kroost hadden die leraren niet als regel.
De Bloemhofstraat liep in die dagen dood tegen bollen-
tuinen van Krelage en het korte stukje zag er kennelijk uit
als de entrée van een buurt van enige „standing". De zes of
zeven huizen die er toen al stonden langs de Noordzijde
het is hun nog aan te zien zijn flinke kasten. Dr. Buekers,
de „natte-his-man" van het Gymnasium, woonde daar met
jongens in huis alsmede een van de heren Merens van de
caoutchouc-fabriek Gebr. Merens aan het Z.B. Spaarne
(zonder jongens).
Tuytel in de Bloemhofstraat (No 7, dacht ik) en Zuidema
in het noordelijkste huis aan de stadskant in de Wilhelmina-