150
E. Heyman
Mijn schrijverij over de leraren moderne talen zou niet
volledig zijn als ik niet in dit vreemdsoortige pantheon een
plaatsje inruimde voor de voornaamste leraar Engels, een lid
van de heel oude garde en een pendant van mensen als
Zuidema, Pauw en Günther. In de tijd dat ik de school be
zocht doceerde hij alleen maar in de hoogste klassen en hij
deed dat daar met gebruik van Engels als voertaal, ook voor
ons, vrij langzaam en gearticuleerd sprekend. Die man was
E. Heyman, door ons onder elkaar ook wel eens de „heipaal"
genoemd. Een echte bijnaam was dat niet, alleen maar een
naamsverbastering die verband hield met 's mans vrij belang
rijke lichaamslengte. Zijn stijl van werken had iets van die
van Pauw met dit enorme verschil dat bij hem overal de hand
aan gehouden werd. Voor zover er bij die Engels sprekerij
b.v. vreemde, voor ons onbekende woorden werden gebruikt,
moesten die in een „little note-book" worden opgeschreven.
Anders dan bij Pauw, overhoorde hij die woordjes ook regel
matig en op die manier werkte dit systeem zeer heilzaam.
Er waren leerlingen die uit ouderlijke zuinigheidsover
wegingen met zogenaamde tweede-handse oude drukken
van schoolboeken in de klasse zaten te werken. Heyman was
dat een gruwel en hij ging er fel tegen te keer. „Into the fire
with it", snerpte hij dan en maakte een theatrale armbeweging
alsof hij het boek al in de vlammen slingerde. Ook overjarige
dictionaires die verkeerde en onvoldoende vertalingen gaven
moesten het ontgelden, ook die werden altijd met gelijke be
woordingen en gebaren naar het alverterende vuur verwezen.
Een tweede overeenkomst met Pauw was wel dat ook
Heyman iets van een toneelspeler had. Hij kon met een soort
crescendo-werking in zijn stem uit een boek iets uitleggen en
zo effectvol af en toe een kort ogenblikje zwijgen om de
werking op zijn gehoor te bestuderen. Zijn uitspraak had iets
geaffecteerds, zowel in het Nederlands als in het Engels en
boze tongen beweerden dat die uitspraak het gevolg was van
spreeklessen die hij destijds had gehad om een vaderlands
dialect welk, weet ik niet kwijt te raken.