156
twee foutjes had gemaakt. Echt Van Erp, niemand van ons
had er iets van gehoord, ook zij die zelf viool speelden niet.
Van Erp was blijkbaar tot het eind van zijn leven een
moedig, doortastend en krachtig man. Hij is nimmer getrouwd
geweest en in de tijd dat hij in zijn woning op de Koninginne
weg als eenzaam gepensioneerde zijn laatste dagen sleet,
werd er op een nacht bij hem ingebroken. Hij talmde niet de
inbreker te lijf te gaan, te overmeesteren en aan de politie uit
te leveren. Voor wie hem hebben gekend een optreden dat
geheel in zijn stijl was. Op school werd wel eens gefluisterd
dat zijn huishoudster het niet gemakkelijk met hem had, hij
moest altijd soep voorafhebben maar nooit meer dan precies
twee centimeter. Ook dat was zijn stijl.
In iedere klasse waren altijd een of twee leerlingen, echte
chemie-hoofden „geesten" noemde hij dat geloof ik
voor wie Van Erp de leraar was van het vak naar hun hart
en die dan ook niet zelden in die richting verder gingen
studeren. Hieruit blijkt dat hij op een bepaalde manier toch
een geboren leraar was, een die school maakte.
De tekenvakken zijn altijd een beetje stiefkinderen geweest.
Niemand weet waarom. Thorbecke had blijkbaar terecht
overwogen dat het wemelt van de beroepen waarin een flinke
dosis tekenvaardigheid bijna onmisbaar en minstens uiterst
nuttig is. Het ligt er maar aan, aldus een tegenargument,
welke kant de leerling later uit gaat, maar dat geldt praktisch
voor alle, ook voor de niet stiefmoederlijk bekeken vakken,
de wiskunde niet uitgezonderd.
F. E. Vogelsang
Dat was een leraar in het handtekenen die destijds niet de
kunst verstond die eminente belangrijkheid van zijn vak in
het maatschappelijke leven in het licht te stellen. Daarbij
komt dan nog dat hij wel over super-pedagogische capaciteiten
had mogen beschikken teneinde de nodige orde te bewaren in
lesuurtjes waarop wij meestal in uitgelaten stemming binnen
vielen. Wij zagen de tekenuurtjes in hoofdzaak als een soort
ontspanningsmogelijkheid.