17
trambedrijven in ons land tot invoering van gelede rijtuigen
zouden overgaan en zelfs volledig overgaan.
De heer Burgersdijk was een wegbereider en geen wonder,
dat zijn werkkracht gaarne werd gewenst in verenigingen op
vervoers- en verkeersgebied en hij ook optrad als inleider op
internationale congressen.
In zijn bedrijf voerde hij al heel vroeg het overleg met de
personeelvertegenwoordigers in en schiep een pensioenfonds.
Ook zijn vechten voor het bedrijf en voor het personeel
vooral in, maar ook buiten de crisisjaren hebben hem bijzonder
populair gemaakt.
Groots was in 1941 zijn afscheid van het bedrijf. Dat na de
2e wereldoorlog, tengevolge van allerlei omstandigheden, de
tram plaats moest maken voor de autobus heeft hem veel
gedaan. Niet ten onrechte achtte hij het vervoer per tram te
prefereren boven dat per bus, doch noch economisch noch
verkeerstechnisch was de interlokale tram in de bestaande
vorm te handhaven.
Dat overigens de economie, terecht, niet steeds van belang
wordt geacht, blijkt uit de aanleg van de ongekend dure
metro's en andere vormen van vervoer als b.v. de „Alweg"
of hangbanen.
De autobus als soepel vervoermiddel is uitermate belang
rijk, maar zal niet dé oplossing blijken te zijn. Op den duur
zal ze meer en meer gaan dienen als aanvoermiddel voor
andere voertuigen.
Na zijn pensionering bleef de heer Burgersdijk actief. Meer
en meer kreeg het „Verkeer" zijn belangstelling en vele
zijn zijn suggesties nog geweest. Maar nieuwe ideeën dringen
langzaam door. Dit is nooit anders geweest en heeft ook hij
weer ervaren.
Een bijzondere persoonlijkheid ging met hem heen, een
uitermate vruchtbaar leven.
H.J. Kapteyn