44
Bij een overeenkomst van 20 juni 1743 27 tussen hun drie
kinderen werd het huis aan de oostzijde van de Smedestraat
c.a., waarin vrouwe Margaretha Craye, weduwe van Mr.
Hendrik Witte, had gewoond, volgens haar wens toegezegd
aan haar oudste zoon, Mr. Justus Witte, alsook een klein
huisje aan de westzijde van die straat tegenover het grote huis,
dat zij op 9 mei 1736 had gekocht 28. Het grote huis met zijn
tuinen, stalling en koetshuis werd getaxeerd op ƒ12000,
het kleine op 1000,Bij de onderhandse boedelscheiding
op 1 augustus d.a.v. 29 zijn genoemde percelen dan ook aan
Mr. Justus Witte toebedeeld, die toentertijd het ambt van
schout of hoofdofficier der stad bekleedde (17421746),
reeds eerder secretaris (1723) en schepen (1736, '37) was ge
weest en later nog enige malen als burgemeester van Haarlem
zou fungeren (1748, '49, 1754, '55). Hij was op 31 juli 1740
(ondertrouw te Haarlem 17 juli) te 's Gravenhage gehuwd
met Baltina Maria van Segveld, jongedochter uit die stad,
die op 21 januari 1760 overleed. Na zijn tweede huwelijk op
19 oktober/4 november 1760 met vrouwe Geertruida Christina
Haring, weduwe van Jan Jacob van Bergum van Nieuwen-
huizen, besloot hij echter het huis in de Smedestraat te ver
kopen in een openbare veiling. Toen hij op 12 maart 1768 in
het familiegraf, Noordertrans nr. 9, in de Grote Kerk werd
bijgezet, is hij uitgedragen uit een huis in de Barteljorisstraat,
vermoedelijk het huis, waarin hij met zijn tweede echtgenote
gewoond heeft.
Het was op 29 november 1760 30, dat Mr. Justus Witte,
vroedschap en president-burgemeester van Haarlem, aan
Mr. Pieter van Schuylenburch, heer van Moermont, vroed
schap en oud-burgemeester der stad, aan wie de in het open
baar in de herberg „Het gulden Vlies" op de Grote Markt
verkochte percelen voor ƒ13800,waren toegewezen, een
dubbel huis met stalling en twee koetshuizen (hoofdmanschap
C 779) had overgedragen, gelegen de huizinge in de Smede
straat bij de Kleine Krocht (tegenwoordig Krocht), belend
ten zuiden Dr. Nicolaas de Vos van Pieter Pastoor was dit
huis op 25 april 1727 31 gekomen aan Engel van der Mij;