64
rouw gedompeld, toen haar echtgenoot 24 oktober 1771 na
een kortstondige ziekte overleed.
Burgemeester de Raet behoorde tot de rijkste ingezetenen
der stad. Niet alleen had hij enige jaren voor zijn dood het
aangrenzende huis van mevr. Dingeman gekocht, maar ook
bezat hij verscheidene hofsteden, huizen en landerijen in de
omgeving van Haarlem. Bij testamentaire beschikking van
12 juni 1771 had De Raet mr. Jan Hendrik van Dam, oud
secretaris, en mr. Remees Floris van Zanen, burgemeester
en raad der stad, tot voogden over zijn minderjarige kinderen
aangesteld. Tevens waren zij gemachtigd om „in overleg met
zijn huysvrouw, met wie hij in gemeenschap van goederen
getrouwd was, het zij publicq of uyt de hand te verkopen en
aan de kopers wel en wettig te cederen en op te dragen alles,
zonder daartoe eenige de minste authorisatie, qualificatie of
approbatie van de Edelachtbare Heeren schepenen dezer
stad of eenig ander Gerecht noodig te hebben". Zo werd, na
gemeenschappelijk overleg, 4 februari 1772 het woonhuis
van mevr. De Raet voor ƒ39.000,verkocht, de hoogste
prijs, die ooit voor dit perceel is gemaakt.
De nieuwe eigenaar, mr. Francois Benjamin Fagel, enige
zoon van mr. Francois Fagel en Hester de Koker, was Haar
lemmer van geboorte (26 mei 1713). In 1731 treffen we hem
aan als student in de rechten te Leiden, waar hij na verdedi
ging van een dissertatie „De inofficioso testamento", de 26ste
maart 1736 de meesterstitel behaalde. Evenals zijn vader
heeft ook de zoon vele ambten bekleed. Hij was kanunnik van
St.-Jan te Utrecht, resigneert 1748 en verkoopt deze prae-
bende voor ƒ7.500,aan Jacob van Dam, heer van Isselt en
Pylsweerd. In hetzelfde jaar volgt zijn benoeming tot raad
in de vroedschap te Haarlem; driejaren lang is hij schepen
en van 17561761 burgemeester. Daarna baljuw en stad
houder van de lenen van Brederode en meesterknaap van het
Jachtgericht 61.