90
innering aan intense stofreuk herleven. Er zullen wel regel
matig schoonmaaksters zijn bezig geweest, maar de arme
zielen zullen het slijtage-stof en het ingelopen straatstof wel
nooit baas geworden zijn.
Verwonderlijk is dit alles niet, in de tijd waarover ik schrijf,
de eerste jaren van deze eeuw, begon het H.B.S.-bezoek
blijkbaar nogal plotseling in sterke mate toe te nemen en
het gevolg hiervan was uiteraard een snel overbelast ge
rakend schoolgebouw aan de Jacobijnestraat dat dienovereen
komstig ook steeds zwaarder begon te „slijten". In die jaren
zijn ongetwijfeld de raadsbesprekingen over een nieuw ge
bouw aan de Zijlvest begonnen.
Hoe het ook zij, in 1903, het jaar van mijn entree, was de
volte al zodanig dat er al een paar jaar lang druk aan uit
besteding werd gedaan. In een vroegere periode van ruimte
gebrek was blijkbaar al eens een aanval gedaan op „belen
dende percelen". Ik meen dat het meest oostelijk gelegen
schooldeel in de Jacobijnestraat oudtijds als directeurs
woning heeft gediend en dat de heer Brongersma nog daarin
heeft gewoond. In de tijd van mijn verhaal was dat al bij de
school getrokken, benedenvoor was de z.g. leraarskamer,
achter de bibliotheek, terwijl de directeur een soort tuinkamer
als zijn heiligdom in gebruik had.
Het Proveniershuis in de Grote Houtstraat heeft altijd
nogal veel als veiligheidsklep voor allerlei doeleinden gediend
en ook daar werd dus in die jaren een stukje H.B.S., n.l. de
eindklasse van de drie-jarige cursus, ondergebracht.
Het is niet onmogelijk dat al in diezelfde tijd van een terug
gang in het gymnasiumbezoek sprake was, in 1903 werd
daar althans onze eerste klasse gehuisvest. Dat uitbesteden
kon in die tijd nog omdat, in tegenstelling met thans, niet de
leraren, maar de klassegroepen een eigen lokaal hadden.
Het staat me nog voor de geest dat wij al spoedig ontdekten
dat we daar op het „gym" in een soort van elite-lokaal zaten
in vergelijking met de behuizingstoestanden op de moeder-
school aan de andere kant van het pleintje. Voor speciale
vakken zoals natuurlijke historie en handtekenen moesten