95
aangepast en ook wat ordelijker en schoner. De banken waren
er op de manier van een amphitheater aangebracht, wij von
den dat het er ietwat wetenschappelijk uitzag hetgeen voorna
melijk werd teweeggebracht door allerlei leermiddelen, appara
ten en curiositeiten die daar overal te zien waren. Op fysica
en chemie waren het glimmende, voor ons gedeeltelijk
mysterieuze instrumenten en toestellen die de aandacht
trokken, op natuurlijke historie boeide ons een apart vertrek
naast het leslokaal gelegen waar, in keurige vitrine-kasten
allerlei zaken stonden uitgestald die betrekking hadden op
de zoölogische, botanische en biologische geleerdheden die
ons te slikken werden gegeven. In het begin moesten we wat
wennen aan een levensgroot mensengeraamte dat tussen de
ramen en het schoolbord prijkte en dat hulp moest bieden
bij de studie van het bottenstelsel.
Wat er in die laboratoriumverblijven stond, zal nog niet
eens zo erg veel verschil gemaakt hebben met de overeen
komstige inventaris van de moderne scholen, het zag er
waarschijnlijk alleen allemaal wat oudbakkener uit, tentoon
gesteld als het natuurlijk ook weer stond in lokaliteiten die
als regel daar nooit voor bedoeld waren geweest.
De tekenlokalen waren al helemaal stiefkinderen. Om daar
te komen, moest een schier nimmer eindigende reis gemaakt
worden naar de verst afgelegen, later ingelijfde bijgebouwen.
Ik herinner me dat daar ergens een lange kale trap was die
op een deur in de Stoofsteeg uitkwam, dat was dus wel het
einde van de wereld.
De leerlingen van 1900
De jeugd van omstreeks 1900 had nimmer de invloed van
een nabije oorlog gevoeld zoals die van 1918 en nog sterker
die van na 1945. Wij hadden geen kritiek op de oudere gene
ratie omtrent bestrijding van de oorlogsgeest, wij waren min
der rebels en minder zelfbewust met betrekking tot toekomst
verwachtingen. De emancipatie van de vrouwelijke jeugd
had nog maar een traag aanvangstempo. De uitvinding van
de concentratiekampen door de Engelsen in de z.g. Trans-