GESCHIEDENIS VAN DE KLEINE EN GROTE HAARLEMMERSLUIS TE SPAARNDAM Bij een beknopte geschiedenis van de twee sluizen in de Spaarndamse dijk, waarbij Haarlem ten nauwste betrokken was, dient mijns inziens de Kleine- of Haarlemmersluis de voorrang te hebben. Met die laatste sluis heeft Haarlem veel langer bemoeienis gehad dan met de zogenaamde Grote Haarlemmersluis, n.l. van 1519 tot 1897, terwijl de Grote sluis slechts van 1567 tot 1585 aan Haarlems zorg was toe vertrouwd. Tengevolge van droevige lotswisselingen heeft de stad haar belangen bij een grote schutsluis niet kunnen reali seren en zij moest haar tanende invloed en medezeggenschap in de gang van zaken in 1585 geheel opgeven. In de Spaarn damse zeedijk behield Haarlem tenminste het beheer waar het scheepvaartbelangen betrof van de Kleine Haarlem mersluis. Een plattegrond uit 1627, hierbijgevoegd, toont, dat de Kleine sluis de Westelijkste was in het Spaarndamse slui- zencomplex. De Grote Haarlemmersluis bron van ernstig meningsverschil met Rijnland en een verliespost voor de stad was de laatste Oostelijke sluis in de dijk. Enige al gemene opmerkingen over Haarlems beleid in het kader van de historie van de Kleine Haarlemmersluis, zijn evenzeer van toepassing op de geschiedenis van de Grote Haarlemmersluis. De Kleine of Haarlemmersluis Deze sluis, zoals hij tot 1897 heeft bestaan, was het zicht baar resultaat van een compromis. Een compromis, dat ge sloten werd ter beslechting van een langdurige en heftige strijd tussen de stad Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rijnland. De overeenkomst is gedateerd 16 mei 1519 en is dus gesloten in de in Rijnlands geschiedenis zo bekende „eeuw der conflicten". Een van die conflicten was te wijten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 114