126 eerste vereiste. Daarmede verkreeg het Haarlemse privilege van 1479 opnieuw een waarde voor de stad, die ten aanzien van de economische „planning" van doorslaggevende be tekenis was. Omstreeks 1560 richtte het stadsbestuur zich tot Keizer Karei V als Graaf van Holland, en verzocht, met een beroep op het privilege van 1479, toestemming om in de ban van „Sparendam, Sparenwoude of Velsen" een open spui of sluis te mogen leggen, groot 27 of 28 voeten. Daar zelfs de landsheer, volgens Rijnlands privilege van 1255, een der gelijke toestemming niet zonder goedkeuring van hoogheem raden mocht verlenen, werd Rijnland in de zaak gemengd, en dit gaf aanleiding tot een reeks vertogen en tegenvertogen. Hoogheemraden verzetten zich fel. Zij wezen op hun privi leges en op het gevaar, dat het land door inundaties tengevolge van de aanleg van een nieuwe sluis zou kunnen lopen, want, zeiden zij Haarlem voert wel aan, dat het in 1518 al een zodanige schutsluis heeft willen leggen, maar als dat gebeurd was, zou deze van hout zijn gemaakt. Dit was gevaarlijk, daar dit werk zou hebben berust „upte pennen onder den watere ende upte intangen in den dijck, die dickmael bederven ende verrot zijn eer ment verneempt"27. In antwoord op dit bezwaar beloofde Haarlem, dat het werk in hardsteen zou worden uitgevoerd, een werkwijze, die toen, zoals uit de stukken blijkt, als „modern" werd er varen, en waarvan de deskundigen betuigden, dat sluizen van een dergelijke constructie grote veiligheid garandeerden. Haarlem verzekerde voorts, dat het Rijnlands privileges gaarne zou eerbiedigen en het stelde aan hoogheemraden voor, dat deze zelf de sluis zouden bouwen op kosten van de stad. Het bedrag daarvan zou dan vastgesteld worden dooi de Prins van Oranje, als stadhouder van deze gewesten, en door het Hof van Holland. Bovendien zou een dergelijke sluis de mogelijkheden tot waterlozing vermeerderen. Rijnland ging tenslotte accoord. Het verval voor de Spaarn- damse zeedijk werd gemeten voor Spaarndam bedroeg dat 11 a 12 voet, en op 22 juni 1565 werden de wijdte en de diepte van het Spaarne vastgesteld28. 12 April van dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 128