128
In de zomer begon men voorbereidingen te treffen tot uit
voering van het werk. Daarmede begon een reeks van con
flicten tussen Rijnland en Haarlem, eensdeels veroorzaakt
door oude tegenstellingen en anderdeels door de chaotische
toestanden in de eerste jaren van de opstand van deze gewes
ten tegen Spanje.
Het spreekt vanzelf dat het Grootwaterschap van Woerden
in de besprekingen over de nieuwe sluis betrokken werd in
verband met de belangen van dat waterschap bij de uitlozing
te Spaarndam. De 18e september 1567 kwamen de drie par
tijen, nl. Rijnland, Haarlem en Woerden te Haarlem voor
de eerste maal samen om over de voorgenomen bouw van de
nieuwe sluis te spreken. Aanvankelijk was de verhouding
tussen Rijnland en Haarlem nog vrij redelijk, maar toen er
van Haarlem's zijde weinig voortvarendheid werd betoond,
geraakten Rijnlands bestuurders geïrriteerd. Het blijkt, dat
een jaar later nog zeer weinig voortgang was gemaakt, en
toen door de Noordwesterstorm van 11 en 12 october 1568
„grote aenpersinge van water" tegen de Spaarndamse dijk
was ontstaan, zodat Rijnland in groot gevaar verkeerde, gaven
hoogheemraden kortaf opdracht aan die van Haarlem om
maatregelen te nemen tegen dreigende inundatie. De trage
voortgang van de werkzaamheden aan de nieuwe sluis ver
oorzaakte een zeer zwakke plek in de Spaarndamse zeedijk,
vooral in het aanstaande winterseizoen. In allerijl moesten
de bestuurders van Haarlem op 14 october 1568 vijftig man
aan de sluis laten werken om door het opwerpen van dammen
de dijk ter plaatse enigszins te beveiligen. In het najaar van
1569 was de sluis nog niet gereed, zoals uit de stukken blijkt.
Behalve de extra-kosten van onvoorziene werkzaamheden,
waarvan Rijnland noodgedwongen een deel voor zijn rekening
nam, scheen men ook toen een spoedige voltooiing niet te
verwachten. Rijnland verplichtte Haarlem n.l. een dam te
leggen vóór de sluis, zodat men in de aanstaande winter
die van 1569 op 1570 geen inbraak behoefde te vrezen.
Het blijkt, dat in de loop van 1570 de nieuwe sluis tenslotte
gereed kwam, maar deze voldeed niet aan Haarlems ver-