NOG TWEE VORSTELIJKE
BEZOEKEN AAN TEYLER
Ofschoon daarin naar volledigheid niet is gestreefd, be
hoeft het artikel in het jaarboek 1966 onzer Vereeniging over
vorstelijke bezoeken aan Teylers Museum toch aanvulling.
Te laat om nog tijdig in dat artikel verwerkt te kunnen wor
den, bleek dat behalve de reeds genoemde, nog twee vorsten
van wie de eerste alleen nationale-, de tweede ook Europese
betekenis heeft gehad, Teylers Stichting hebben bezocht.
De eerste was Lodewijk Napoleon. Op Maandag 28 April
1807 is de koning in Haarlem waar hij logeert bij de heer W.
Ph. Barnaart in diens juist gereed gekomen vorstelijke woning
aan de Nieuwe Gracht (nr. 7) De volgende dag begint met
een bezoek aan de tuinen van de bloemisten Schneevoogt,
Kreps en Van Eeden. Vandaar gaat het naar het Paviljoen
en vervolgens naar het gebouw van de Hollandsche Maat
schappij der Wetenschappen, waar de koning door de direc
teuren Mr D. J. Canter Gamerling en Mr P. N. Quarles van
UfTord (beiden later in successie president der Haarlemse
rechtbank) werd verwelkomd. Dan wordt de twijnderij van
de Heer Quarles bekeken. Na de Grote Kerk en het Diaconie
huis bezichtigd te hebben, is Teyler aan de beurt. In hoge
mate geïnteresseerd in al wat kunsten en wetenschappen be
trof hij is ook de stichter van ons Rijksmuseum had
Lodewijk Napoleon de wens te kennen gegeven een bezoek
te brengen aan de toen bijna dertig jaar oude stichting.
Na er ontvangen te zijn, deed ,,de Ridder Van Marurn
(die de koning die dag al in andere qualiteit op de Holland
sche Maatschappij had ontmoet) eenige proeven met de
groote Electriseer machine voor Zijne Majesteit". Terug
gekeerd in Barnaart's huis, vertrekt de koning te paard naar
zijn residentie.
Het tweede bezoek dat niet onvermeld mag blijven is dat
van de vooral in het begin van zijn regering zeer vooruitstre
vende tsaar Alexander I, op 2 juli 1814, wiens zuster Anna