31
De wijze waarop hij zijn omvangrijke taak heeft verricht
dwingt bewondering af en getuigt van zijn vakmanschap en
zijn grote liefde voor ons vak.
Niet alleen als directeur van de dienst van de Hout, de
plantsoenen en de begraafplaatsen genoot de heer Dorresteijn
grote bekendheid, maar ook in de kring van de Vereniging
van Hoofden van gemeentebeplantingen en in de Bond van
Nederlandse Tuinarchitecten B.N.T. was hij een bekende
en geziene figuur.
Op tal van andere gebieden van het verenigingsleven op
vakgebied is hij eveneens actief geweest.
Zo was de heer Dorresteijn een lange reeks van jaren lid
van de Vaste Keuringscommissie van de Koninklijke Neder-
landsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde en voor
zitter van de afdeling Haarlem van deze maatschappij.
Op onderwijsgebied heeft de overledene zeer veel werk ver
richt.
Zo was hij
lid van de vakcommissie voor het organiseren van tuin-
bouwcursussen in Haarlem en omstreken,
secretaris van de Stichting tot bevordering van het onder
wijs in het hoveniersvak in Zuid-Kennemerland,
secretaris van de lagere tuinbouwschool de „Zocherschool".
Deze school had zijn bijzondere interesse.
Zeer veel heeft hij gedaan ter bevordering van het onder
wijs aan dit instituut.
Voorts was hij
bestuurslid van de Natuurbeschermingscommissie „Zuid-
Kennemerland" en van meerdere andere verenigingen, o.a.
van de stichting „Vogelrampenfonds", waar hij veel tijd
en moeite voor over heeft gehad, in het bijzonder in de zeer
strenge winter 19621963.
Met de heer Dorresteijn, wiens verdiensten bij zijn afscheid
zijn erkend door zijn benoeming tot Ridder in de Orde van
Oranje Nassau, is een bekwaam hoofd van gemeentebeplan
tingen heengegaan, waardoor ook vakkringen en de be-