45
een schuit hebben gehuurd om hen naar Amsterdam te bren
gen en dat ze in de herberg De Swaen aldaar een maaltijd
hebben genuttigd voor 54-8, die trouwens pas in juli
1681 werd betaald. Het gilde ontving van de familie van
De Ruijter na zijn dood/110-5, hetgeen in vergelijking met
andere, toch ook grote giften van dat jaar, een vorstelijk be
drag was.
Toen De Ruijters zoon Engel in februari 1683 overleed,
kwam bij de ontvangsten van het jaar 1684 in het gildeboek
te staan: „voor het afsterven van d'Heer Engel de Ruijter
50Ook ditmaal huurden de gildebroeders een schuit om
naar de begrafenis te gaan.
In het begin van de 18de eeuw komen weer vele bekende
Haarlemse familienamen op de ledenlijst voor, zoals Kops,
Spoorwater, Killiaan, „Cousebant, Le Leu de Wilhelm en
Schatter, maar grote bekende figuren zijn er onder de 18de-
eeuwse broeders niet meer.
Het gildemaal
Tussen de jaren 1542 en 1571 hebben de broeders hun
maaltijden in de volgende lokaliteiten gehouden: „int Con
vent van die Witte Heeren", „in de Cloveniersdoelen", „ten
huijse van Jaep Oem int Moriaens Hoeft", „Claes Maertens
alias Bonefaes in de Roo Leu" (later Egbert Diercx Deijman
inden roiden Leu), „Cornelis Lamberts waert inden Een
hoorn", en de laatste keer vóór het beleg, in 1571, „in de
gulden Waghen". Aan deze laatste maaltijd zullen de gilde-
broeders gedurende de hongertijd tijdens het beleg stellig
terug gedacht hebben!
Welke gerechten bij die maaltijden werden opgediend,
kan men opmaken uit de genoteerde kosten. Niet altijd
echter werden deze gespecificeerd.
In 1546 werd het brood bij de maaltijd speciaal hiervoor
gebakken, want er staat een bedrag genoteerd voor „tarwe,
maelloon, backen." Voor deze zelfde maaltijd werden, be
halve boter en kaas en specerijen, als mostert, zout, pekel,
eveneens ingeslagen: „5 cabeljouwe en 2 gesoute cabeljouwe",