52
schappen af. Het is hem ernst met zijn reis en daarom wordt
de volgende koop genoteerd:
„Jacob Piet heeft ghecoft va(n) Vlasman te weete Adriaen,
sijn friyseerde cappe up zijn jerusalems reijse voor zes caroly-
gid."
Een van de broeders schijnt van plan te zijn een aantal
bedevaarts-reizen te gaan maken hetgeen geen beletsel
is er weddenschappen op af te sluiten en hij neemt op zich
te volbrengen „vijff reijse te weeten: Jerusalem, Roem (Rome),
Wenege (Venetië?), Marije te Lorette en Sinte Marij Magda
lene in Provence".
Verschillende wonderlijke combinatie's van koop-wedden-
schappen doen vermoeden dat zij na het gildemaal zijn af
gesloten. Zo verkoopt in 1548 Frans Hagen aan Cornelis
Jansz. „een paer paersse hoese doorsneden ellic hoes met
twalif sneden ghebordert met dubbelt taef", waarvoor hij
9^ gulden zal ontvangen, die echter pas betaald zullen worden
als de verkoper „sijn huijsvrouwe bi hem een kint cright ende
int font gehat heeft" (gedoopt werd). Twee andere lieden
sluiten een koop over „vijftich haesselenstaecken," waarvan
de betaling pas behoeft te geschieden, als „Jan Willemsz.
vaer, een wijfgetrout heeft".waarschijnlijk wasjan Willemsz.
een ouder iemand, de toevoeging „vaer" wijst daarop. Bo
vendien stierf deze Jan Willemsz. nog datzelfde jaar, zodat de
koper in deze de verkoper nooit behoefde te betalen.
Jan van Berckenrode geeft Koen Hasselaer een gouden
kroon, op voorwaarde dat hij er voor terug zal krijgen indien
Hasselaer „een comanschap doet die Katrin Claesdochter,
sijn huijsfrou niet anghenaem is oft speelt anders dan trick-
tracken, verkeeren oft vrouwenspel of mit trefspel anders
dan int ghelach." Men krijgt bij deze weddenschap de indruk
dat Hasselaer zijn vrouw veel zorgen gegeven zal hebben door
riskante zaken en door spel.
Een zekere Jacob Barthelmees beweerde in 1564 dat hij
„coninck" (koning voor 1 jaar was hij die op het schutters
feest de vogel neergeschoten had) is van den Cloveniers tot
Haerlem". Dit wordt zo maar niet geloofd door Haveck