64
saleb", waarop Nedjmeddin zich verwonderde over mijn be
kendheid met de naam. Saleb wordt bereid uit een plant,
die in Arabië groeit uit de wortels van de Orchis mascula,
maar dit is geen herinnering
Ik herinner mij, dat mijn vier jaar oudere zuster mij vertel
de, dat bij ons huis, op het bestrate deel van de tuin, een
varken was geslacht. Er is een tijd geweest, misschien was ik
tien jaar, dat ik grote belangstelling had in het slachten van
varkens. Het lukte soms er iets, zo niet alles, van te zien en
het staat mij voor de geest, dat ik thuiskwam met de uitroep
„Mama, ik heb een varken zien slachten," welke mededeling
met afgrijzen werd aangehoord.
Wat ik ook gaarne zag was het opbrengen van beschonken
mensen door de politie, vooral als daarbij de sabel moest
worden getrokken tegen een opstandig publiek. Er was veel
dronkenschap in het Haarlem van mijn jeugd, vooral op de
dag waarop geloot werd voor de militie. Dan was de stad vol
dronken lotelingen, die met het nummer dat ze hadden ge
loot op de pet gehecht, door de straten zwaaiden. „Nette"
mensen lootten niet, zij kochten een remplagant, die voor hen
diende.
Met de kermis was het ook levendig in de stad, want dan
kwamen de jonge boeren uit de Meer met de jonge boeren
dochters, toen nog gekleed in de landelijke dracht, met kap
pen en oorijzers. Zij vulden de Grote Houtstraat over de volle
breedte, arm in arm, zingende en schreeuwende en naarmate
de avond naderde verergerde de staat van hun dronken
schap. Dan was er wat te zien voor het jongetje, dat zat te
kijken van uit de stille en donkere zijkamer.
De Zondag was te Haarlem een stille dag. 's Morgens ging
men naar de kerk en in de namiddag zaten zij, die niet uit
gingen, in de zijkamer te kijken naar de burgerij van Haar
lem, gekleed in haar zondagse plunje op weg naar de muziek
in de Hout. Dan waren het vooral de huzaren, rode of
blauwe, wier kolbakken, sabels, sporen en leren zitvlakken
mijn volle aandacht hadden. Ik bewonderde ze en het mili
taire schouwspel bereikte een hoogtepunt op 19 februari,