95
Daarnaast waren er nog twee andere functies:
le die van impostmeester van de waag, ook wel genoemd
excijnsmeester van de stadswaag29. Uit deze naam blijkt zijn
taak: Hij inde de stadsimpost op de waag, die hij gepacht
had. De ordonnantie op de verpachting van de waag was nog
steeds geldig, in ieder geval nog in 17 1 630. Er is geen reden
om aan te nemen, dat de verpachting van de waag vóór 1748
afgeschaft is.
2e die van de pachter van het provinciale waaggeld. De
pachters van het stedelijke en van het provinciale waaggeld
waren soms in een persoon verenigd31.
Wie nu de resolutiën van burgemeesteren uit 1724 en vol
gende jaren of het memoriaal van schepenen van 1724 na
zoekt, om de benoeming van Willem Ópperdoes tot waag-
meester te vinden, komt teleurgesteld uit. Tot 1748 komt
Opperdoes in het memoriaal van burgemeesteren niet voor.
Zoekt men echter verder terug, dan vindt men, dat burge
meesteren in 1722 het volgende besluit namen32:
„Burgemeesteren en Regeerders der Stadt Haerlem hebben
„het waagmeesterschap alhier, het gunt in de tourbeurte van
„den Heer regerend Burgemeester Mr. Cornelis van Val-
„kenburgh, vermits het overlijden van Jacoba Schout Jacobsd.
„was open en vacant gevallen, weder geconfereerd, gelijk hun
„Ed. Groot Agtbaren 'tselv confereren bij dezen op de per-
„soon van
Dorothea van Beek
„Lastende haar de voorsz dienst na behoren waar te nemen
„ende iegelijk dien 't selve mogen aengaen de voornoemde
„Dorothea van Beek daarvoor te erkennen."
Zoekt men na, wie deze Dorothea van Beek geweest is, dan
blijkt dit een jonge dochter te zijn uit een regentenfamilie.
Blijkbaar was zij met de van Valkenburgh's, die haar dit
baantje bezorgd hadden, verwant. Zij bleef ongetrouwd en
haar enige erfgenaam was Mattheus Willem van Valken-
burgh, toen burgemeester en raad van Haarlem. Zij is in 1781
overleden, 78 jaar oud2 n. M.a.w., toen zij waagmeester
werd, had zij de aanvallige leeftijd van 19 jaar. Het spreekt