108
des lands uiterst zeldzaam. Verder kwam hij na een onder
zoek in het genealogische vlak tot de conclusie dat de beste
en waarschijnlijk enige kans is dat wij hier te maken hebben
met de afbeelding van Heer Willem van Brederode (door de
kroniekschrijver Wilhelmus Procurator vermeld als te zijn
gestorven in 1316), oudste zoon van Dire van Brederode, wel
ke zelf in 1318 the Rheims sneuvelde. Deze Willem was ge
huwd met Elsebeen, zuster van Dirk Loeff van Kleef, graaf
van Hülchrath, aan wie hij in 1311 testamentair een lijftocht
vermaakte, waarover zij in 1318 in geschil geraakte met haar
zwager, een jongere broer van haar man.
Na het lichten van de ca. 2000 kg zware steen, werden daar
onder een tweetal bakstenen graven aangetroffen, beide vol
gestort of gelopen met puin en zand en klaarblijkelijk reeds
eerder geopend. Het graf van Willem van Brederode was, ge
zien de achtergebleven mortelresten, eerder voorzien geweest
van een kleinere platte steen. In het zand van dit graf waren
de kistsporen duidelijk zichtbaar en merkwaardigerwijze ook
van een kleine h.w. kinderkist. Het graf van Elsebeen had
een afsluiting van dakgewijs tegen elkaar staande bakstenen
van 30 X 15 X 6 cm, waarvan een deel reeds eerder ver
wijderd was. In beide graven werden de volledige skeletten
van man en vrouw aangetroffen, zonder bijgaven. De ske
letten worden thans onderworpen aan een antropologische
onderzoek.
De vondst van deze prachtige 14e eeuwse grafsteen vormde
het niet geringe sloteffect van een meer dan 2 jaar geduurd
hebbende opgraving, die een aanzienlijke vergroting van de
ongeschreven historie van deze plek heeft opgeleverd. Na
de restauratie door Monumentenzorg zal de Brederodesteen
naar de kerk worden teruggebracht, teneinde in de noorde
lijke uitbouw voor het nageslacht te worden bewaard.
A.W.N. Werkgroep Kennemerland
J. Schimmer en P. Vons