100
's Lands Ordonnantie op 't middel van 't Gemaal, volgens
welke „mulder-koopers" alleen geadmitteerd kunnen worden
in plaatsen, waar geen grutterijen zijn. Van bedrijfsvrijheid is
ook in dit geval de Municipaliteit besluit conform het ad
vies geen sprake.
Een eerste spoor van moderne opvattingen zien we bij de
maatregelen ten opzichte van het koornmeters-, koornheffers-
en koorndragersgilde. De oorzaak van het feit dat dit gilde
nooit tezamen met de andere gilden genoemd wordt, zal wel
zijn dat de leden ervan een byzondere positie innemen omdat
ze door de stad worden aangesteld. Van Houtte 25 noemt het
bestaan van monopolie voor dit soort werklieden een van de
groote nadelen van het corporatieve systeem: ,,les monopoles
des portefaix, débardeurs, brouetteurs et bateliers affectaient
gravement le commerce, surtout lorsque celui-ci fut sorti des
bornes étroites ou le tenait enfermé l'économie urbaine du
moyen-age. Le nombre limité des maitrises, le tour de röle et
surtout la rupture de charge, qui, a Gand notamment,
obligeait les bateliers étrangers a transborder leurs marchan-
dises sur le bateau d'un confrère gantois, étaient autant
d'obstacles a la rapidité des transports et une cause de ren-
chérissement du frêt et du travail dans les ports". Dat een der
gelijke gang van zaken ook te Haarlem de gewoonte was,
blijkt uit het verzoek van een beurtschipper op Zwolle, om
voortaan het graan dat hij van Rotterdam of Dordrecht via
Haarlem naar Zwolle bracht, zelf te mogen overladen op de
Zwolse boot, daar de korendragers zoveel rekenden dat de
kooplieden een andere weg gingen kiezen.26 Dit verzoek wordt
toegestaan; bovendien volgt op 15 december een verande
ring van de keur op dit gilde,27 die ten doel heeft het handels
verkeer gemakkelijker te maken „ten eynde te ontruimen de
onaangenaamheden en geduurige gegronde klagten welke de
handelaars in steen en houtskoolen, individuëele Burgers en
Trafiquanten ondervinden en ingebragt hebben, wegens de
enorme hooge werkloonen, die binnen deze Stad, boven an
dere Steeden, betaald worden". Behalve verlaging van lonen,
wordt nog in het belang van de kolenhandelaars bepaald dat