101 - deze alleen nog maar „bij den opslag' de officiële kolenwer- kers behoeven te gebruikenvoor het uitladen uit het pakhuis mogen zij zichzelf of hun knechts laten beëdigen tot het wegen en meten. Een dergelijk verzoek van de graankoop- lieden, n.l. om slechts één maal voor dezelfde vracht van de korendragers gebruik te hoeven maken, wordt eveneens toe gestaan.28 De soepele bepaling omtrent de kolenwerkers wordt echter 30 september 1800 alweer ingetrokken. De oor zaak daarvan is een duidelijke illustratie van het feit dat het vrijwel onmogelijk is om het corporatieve systeem af te schaf fen voordat het belastingstelsel geheel hervormd was. In dit geval waren de kolenwerkers degenen, die de accijns op de steenkool inden. De bovengenoemde bepaling nu moest wor den ingetrokken „terwijl deze schikkingen alleen waaien ge maakt en konden voortduren om, en zo lang zij, even als die eenige Traficq of neering doen waartoe zij kooien kunnen employeeren, verplicht waaren, den impost bij den opslag te betaalen, naardien alsdan daardoor geen nadeel aan de ïich- tige invordering van 's Lands recht konde worden toegebragt, hetgeen egter als nu mooglijk zoude worden en de voorsz. permissie, indien men die aan de zoodanigen wilde conti- nueeren, als nu tegen de bekende ordonnantie op het middel van de kooien zouden inloopen". Noodgedwongen wordt het monopolie van de kolenmeters, -wegers en -werkers dus weer hersteld; dat de Municipaliteit bereid was om de doorvoer zoveel mogelijk van belemmeringen te bevrijden, blijkt uit het feit dat zij herhaaldelijk requesten van de korendragers om weer de lading van het ene schip in het andere te mogen werken, heeft afgeslagen. Behalve deze voorbeelden, die slechts zijdelings in verband staan met de bedrijfsvrijheid, wijzen alle besluiten van de Municipaliteit nog in de richting van gebondenheid van alle beroepen. Uit een rapport van het Committé van Algemeen Belang van 27 april 1799 29 blijkt, dat zelfs het beroep van dienstbodenbesteedster niet vrij wasdaartoe moet een request worden ingediend, waarop de Municipaliteit in het belang van de burgerij zal beslissen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 103