104
van andere departementen nimmer mogen worden bezwaard
boven die van het departement zelve, en dat er geene belastin
gen op den invoer uit eenig ander departement mogen geleed
worden'. Het tweede verzoek wordt echter toegestaan- het
inschrijvingsgeld wordt dus hersteld, maar vastgesteld o'p 12
st., wat dus mets betekent tegenover het vroegere intekengeld
van 36,.36 6
Een meer aarzelende houding neemt het Committé van
Algemeen Belang aan in de volgende twee gevallen.
Een zekere Pieter van den Broeke, wonende te Amsterdam
richt een request tot de Municipaliteit van Haarlem, waarin
hij verzoekt om, ter uitbreiding van zijn zijden lintfabriek 4
molens in Haarlem te mogen invoeren, mits hij ze, wanneer
e labriek met goed mocht gaan weer naar Amsterdam terug
mag sturen, in welk geval hij dispensatie zou willen hebben
van art. 10 van de keur tegen het uitvoeren van lintmolens en
schuifgetouwen van 21 april 1749.37 Het advies van de Com
missarissen van de Lint-Langetmolens en Schuifgetouwen 38
luidt afwijzend: het verlenen van deze dispensatie zou een
bevoordeling betekenen boven „alle andere Fabrikeurs
die jaaren lang alhier de Fabrieken tot hun groot nadeel heb
ben moeten houden, daar zij hunne molens uit de stad kun
nende vervoeren, zeker ten platte lande veel beter koop
zouden hebben kunnen fabriceeren". Het Comitté van Alge
meen Belang voelt, blijkens zijn advies veel voor dit argument
maar meent toch, daar het hier slechts één speciaal geval be
treft, en de keur dus m het geheel niet te niet gedaan wordt, en
daar bovendien het doel van de keur en van het request het
zelfde is, n.l. „om den ambagtsman te bevoordeelen", dat toe
stemming gewenst is.39 Dit laatste advies wordt door de Muni
cipaliteit overgenomen.
Het tweede geval betreft een request van commissarissen en
leden van het ontbonden broodbakkersgilde.40
Deze wijzen er op dat zij vóór de vernietiging van de gilden
een gesloten gilde waren; het maximum aantal bakkers was
vastgesteld op 61. Na de vernietiging mocht iedere knecht en
leerling zich als bakker vestigen, met het gevolg dat er te veel