107 -
Effecten
Contanten
Jaarlijkse revenuen
58302
1285- 7- 2
2180-15- 5
Bij de jaarlijkse lasten staat aangetekend„dit verminderd
aanmerkelijk bij eene generale directie". Ook uit financieel
oogpunt blijkt concentratie dus gewenst.
Art. 1 en 2 van de bovengenoemde Publicatie dragen het
toezicht over de neringen, ambachten, fabrieken en trafieken
dan ook op aan een commissie van 5 personen, onder de naam
van Commissarissen over de Neringen en Handteringen, aan
wie de provisionele commissarissen, na aflegging van rekening
en verantwoording het beheer van alle goederen en fondsen
van de gilden moeten overdragen.
De taak van de commissie blijkt te zijn het doorvoeren van
een volkomen herstel van de oude gildevoorschriften
1) voor de uitoefening van ieder ambacht wordt weer het
poorterschap geeist.
2) een ambacht uitoefenen mogen slechts zij, die voor 1798
lid van een gilde zijn geweest of nadien een admissiebe-
wijs gekregen hebben. Deze admissiebewijzen moeten
echter aan de commissie getoond worden, en ingeruild
tegen een nieuwe admissie „mits voldoende t geen
tot de Admissie van anderen wordt vereischt, alsmede,
waar zulks te pas komt, de Proeve doende, die daartoe
zou mogen staan".
3) niet alleen het poorterschap wordt vereist, maar ook
moet een nieuwe ambachtsman bereid zijn om te vol
doen aan alles wat daartoe door de voormalige gilde
keuren bepaald is.
4) contributies en entréegelden moeten ook „voor zo verre
dezelve zedert de vernietiging der Gilden niet zijn geper-
cipeerd", weer betaald worden aan de commissie.
Het is niet te verwonderen dat, bij een zo duidelijke her
leving van de oude gildegeest, twee commissieleden personen