f 113 belang, daar de functie van de commissarissen geheel onbe zoldigd is. Ook het gemeentebestuur laat zich niet onbetuigd, en zendt een adres aan de Minister van Binnenlandse Zaken over de vernietiging van de gilden „alzo een besluit van dien aart de ruïne van dezelve (stad) tengevolge zoude hebben .61 De president van de Raad, W. de Jager, die uitgenodigd was om met de afgevaardigden van de andere steden de delibe- ratiën van de Staatsraad op 8 dec. 1806 bij te wonen, had, volgens zijn rapport, aan Z.M. „verzogt, dat het Hoogstdezel- Afb. 4. Uit de vergaderkamer van het voormalig schippersgilde aan de Turf markt nr. 8 is deze zolderversiering afkomstig. Het omschrift luidt: Onder dees roos, verstaet de gloos, salt sij(n) verhole(n), wat men seyt, al waert quaet besceyt, 't wort U bevolen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 115