123 willen continueeren, althans, was ik hoofd van eenig Gild, ik zou mijn regt, mijn eigendom q.q. reclameeren en de naam en het caracter van onaGrommissaris niet kunnen dragen". Het resultaat van deze afwijkende mening is, dat Opper directeuren tenslotte in hun memorie 82 het stadsbestuur ver zoeken alles in het werk te stellen om het herstel van de gilden te bevorderen, terwijl ze als bijlagen aan hun memorie toe voegen een „Kort bericht van het voorgevallene betreklijk de Gilden of Corporatiën van Neringen, Ambachten en Bedrij ven, en het beheer derzelven sints den Jaare 1798 tot nu toe" en een exemplaar van de Publicatie van 4 dec. 1804, van het request aan koning Lodewijk, en van de Corporatiewet. Deze memorie is de laatste poging van dit ijverige college, dat sinds zijn oprichting met alle mogelijke middelen zijn be langen had voorgestaan, om mede te werken aan het herstel van de gilden. Het lot van het corporatieve systeem werd nu definitief beslist: na lange aarzeling van de koning, werden de gilden bij K.B. van 23 okt. 1818 opgeheven; het K.B. van 26 juli 1820 regelde de „liquidatie en vereffening der overgeblevene fond sen en bezittingen van de voormalige gilden", nadat de Minister van Binnenlandse Zaken door middel van de Gede puteerde Staten een onderzoek had ingesteld naar de nog aan wezige gildekassen. Het resultaat van dit onderzoek is in het Haarlemse archief niet aanwezig. De laatste opgave van het bezit van de verschillende cor poraties is te vinden in de „Aanteekeningen betreffende de voormalige corporatiën van neringen, ambachten en be drijven",83 en dateert waarschijnlijk van 1811. Er blijkt een totaal bezit aan effecten van 60 491,De grootschippers en de brouwers, met resp. j 24 600, en ƒ12 230,— hebben daaraan het grootste aandeel; op lien volgen de broodbakkers met f 5650,de lakenkopers met ƒ5300,—, de kleermakers met/3735,—de timmerlieden met ƒ2576,—, de schoenmakers met 1600,— en de wijnkopers met ƒ1000,De overige kapitalen zijn allen onder de 1000,Als bezit aan vaste goederen worden opgegeven:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 125