- 124
11 huizen, toebehorend aan de kleermakers (2), broodbak
kers, timmerlieden, lakenkopers, koopmans (5) en kuipers; het
Brouwers- en het Comanshofje, en de Brouwerskolken met
enig bos-, duin- en weiland van de brouwers, en verschillende
tuingronden van de lakenkopers.
De jaarlijkse opbrengst aan rente en huur bedroeg 1627.
15.8, terwijl de jaarlijkse onderhoudskosten op ƒ1256,ge
schat werden. Er blijft dus een klein batig saldo over, dat,
volgens het „Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de
Stedelijke Finantien op de Dispositie van Ged. St. v. N.-
Holland van 31 Aug. betr. de liquidatie der overgebleven be
zittingen van de voorm. Gilden",84 steeds als stedelijk eigen
dom was beschouwd. Zij deelden mede dat de schulden van de
verschillende gilden al in 1804 door de Commissie over de
Neringen en Handteringen waren afbetaald, en dat sinds 1819
die eigendommen welker behoud als nadelig werd beschouwd,
verkocht waren. Onderstand was sinds de vernietiging van de
gilden niet meer gegeven, daar een deel der inkomsten niet
meer binnenkwam, en de tiërcering de inkomsten nog meer
had verminderd. Zij verzochten dus om ontheven te worden
van het geven van onderstand, volgens art. 4 van het K.B. van
1820, om het batig saldo jaarlijks in de gemeentekas te mogen
storten, en om art. 5 van het K.B., waarbij de mogelijkheid
werd geopend om van de gildefondsen algemene ondersteu
ningskassen te maken, niet te hoeven toepassen, daar de instel
ling daarvan „bij de min verlichte Ingezetenen het denkbeeld
zoude doen ontstaan, dat zulks een voorlopige maatregel tot
wederinstelling der Gilden is, en zulks wel te meer, omdat
dezelve de afschaffing der Gilden ten sterkste betreuren als
daaraan toeschrijvende, dat hunne kostwinningen zoodanig
zijn verminderd, dat vele naauwlijks het dagelijks brood kun
nen verdienen en dat zeer veele genoodzaakt zijn geworden,
om tot de armenkassen hunne toevlugt te nemen".
De algemene opinie over het nut van de gilden bleek ook in
1820 dus nog geenszins veranderd te zijn.
Het verzoek om de gildefondsen als gemeente-eigendom te
mogen beschouwen, is afgeslagen,85 als zijnde in strijd met het