- 125
K.B. van 1820. In 1852 werd de wenselijkheid daarvan weer
kenbaar gemaakt; een commissie, met het onderzoek naar de
mogelijkheid tot het overbrengen van de gildeneigendommen
in gemeentebezit belast, kwam echter weer tot hetzelfde re
sultaat.
De commissie van Opperdirecteuren over de Gorporatiën
werd in 1832 ontbonden 86de boekhouder van deze commis
sie heeft nog enige jaren de gildenkas onder zijn beheer ge
houden; tenslotte is de administratie van de gildenfondsen aan
de gemeenteontvanger toevertrouwd.
H. Cohen-Koster
(1) Rijksarchief Haarlem, Aanwinsten, inv. nrs. 276 en 277.
(2) Gemeentearchief Haarlem, Inv. III, 586.
(3) Dr. Z. W. Sneller, De opkomst van de plattelandsnijverheid in Nederland
in de 17e en 18e eeuw. In: Economist, 1928.
(4) E. Baasch, Hollandische Wirtschaftsgeschichte, p. 103, geeft voor het begin
der 19e eeuw 55 weefstoelen voor zijde op.
(5) Enige van deze namen komen voor in de opgave van 1795, nl. J. Spille-
bout, fabrykeur van zijden stoffen; J. Hoofman, garentwijnder en fabrykeur van
garens, lint en koord; C. P. Elout, fabrykeur van garens, lint en koord; J. Ph.
Morell, fabrykeur van bonte lijwaten; Kops en Van der Schaft, garentwijnders.
(6) G.A., Inv. III, 48, 25.11.1795.
(7) Haarlemsche Courant van 25.IV en 13.X.1795; 28.1.1796.
(8) G.A., Inv. II, 710, 1754, f. 226.
(9) G.A., Inv. III, 585.
(10) G. Wiskerke, De afschaffing der gilden in Nederland, blz. 98 e.v.
(11) G.A., Inv. III, 586.
(12) G.A.. Inv. III, 527.
(13) G.A., Inv. III, 532.
(14) Wiskerke, a.w., blz. 119.
(15) G.A., Inv. III, 14 in dato.
(16) G.A., Inv. III, 585.
(17) H. van Houtte, Histoire économique de la Belgique, blz. 57.
(18) Geheel los van de gilden stonden de begrafenis- en ziekenfondsen van de
knechts, de z.g. knechtsbossen, waarvan er in 1813 in Haarlem nog 7 bestonden.
Zie: E.M.A. Timmer, Knechtsgilden en Knechtsbossen in Nederland, blz. 58.
(19) De tuingronden hadden gediend voor het opstellen der ramen.
(20) Wiskerke, a.w., blz. 132.
(21) id., blz. 131.
(22) G.A., Inv. III, 54, 9.X. 1798.
(23) id., 20.VI.1799.
(24) G.A., Inv. III, 8, 1801, f. 222 e.v.
