DE BLOEM VAN KENNEMERLAND
Vóór in mei 1860 in Haarlem de Algemene Vereniging voor
Bloembollencultuur werd opgericht, bestond in de gemeente
Bloemendaal al een soortgelijke vereniging, namelijk de
Bloem van Kennemerland, zij het dat zij slechts enkele maan
den ouder was dan haar Haarlemse zuster. Waarschijnlijk had
de Flora van Noordwijk, die in 1857 was opgericht, er de
stoot aan gegeven dat ook in Bloemendaal kwekers en hande
laren tot samenwerking wensten te komen met als gevolg de
totstandkoming van de vereniging de Bloem van Kennemer
land.
Mocht de Algemene nu gesierd met het predikaat
„Koninklijke" jaren geleden haar eeuwfeest vieren, de
bloei van de Bloem was slechts van korte duur, haar werk
zaamheid moet al na ongeveer vijfjaren geëindigd zijn.
Reeds vroeg 1 heeft men zich in de gemeente Bloemendaal
en voornamelijk in Overveen toegelegd op de teelt van tulpen
en vooral van hyacinten, omdat de geestgronden langs de
binnenduinrand zich daar bij uitstek toe leenden.
De gronden op het oude Rolland onder Overveen waren
wel de eerste die ervoor zijn benut. Reeds in 1708 was er al in
Overveen een verkoping van bloembollen van Govert Jacobse
en Hannes Loeve. De hyacintenhandel moet hier al om
streeks 1730 van enige betekenis geweest zijn. Toen in 1737
het overblijfsel van het historische Huis Rolland met aanhorig-
heden en gronden bij executie werd verkocht, bevond zich
daaronder ook een partij hyacinten. Bekend is verder dat daar
in 1781 de verkoop van dubbele hyacinten plaats had. Dat ook
aan de Ramplaan bloembollen geteeld werden, blijkt uit het
feit dat daar op de tuin van Pieter vah Dijk in 1735 hyacinten
verkocht werden, waarvan Gerrit Voet de koper werd en ver
der dat daar op 17 april 1790 een verkoop van hyacinten was,
een z.g. groene veiling. In de maand augustus werden de droge
bollen verhandeld. Meestal hadden deze veilingen plaats in
het logement het Rechthuis in Overveen, zo genoemd omdat