154
Over deze eerste vakorganisatie van de Bloemendaalse
bollenkwekers en handelaren nu vrijwel vergeten maar
destijds van veel betekenis, wordt aan de hand van in het
gemeente-archief van Bloemendaal bewaard gebleven be
scheiden in de volgende bladzijden daarom het een en ander
verhaald.
Het was op 1 maart 1860 dat ten huize van G. Rijnierse,
kastelein in het logement, nu niet meer het „Rechthuis" maar
„Van Ouds het Raadhuis" geheten, dat een groot aantal in
gezetenen samen komt om ook in deze gemeente een vereni
ging in het leven te roepen ter behartiging van de belangen
van de bloembollencultuur. Enigen van hen hadden de heer
J. P. Lonbar Petri, Bloemendaals burgemeester, verzocht de
vergadering te willen leiden, waartoe deze gaarne bereid
bleek. Met „eene gepaste toespraak" opende hij daarna de
vergadering en wekte de aanwezigen op tot deelname aan de
op te richten vereniging, waarvan het doel zal zijn „de bevor
dering der belangen van de bloembollen- en plantenteelt door
onderlinge bespreking van daartoe betrekkelijke zaken en het
houden eener jaarlijksche tentoonstelling van bolgewassen en
planten". Al dadelijk traden 76 leden 3 toe, de meesten van
hen droegen bekende namen op het gebied der bloembollen
cultuur. Ook enkele zakenlieden behoorden tot de leden. Nu
hiermede de totstandkoming der vereniging een feit was ge
worden, ging de vergadering over tot het benoemen van een
bestuur, dat uit zes leden zou bestaan. Bij acclamatie werd
burgemeester Lonbar Petri tot voorzitter gekozen, A. N.
Bijvoet tot 2de voorzitter, notaris J. L. ter Hoffsteede tot secre
taris, A. J. van Velsen tot 2de secretaris, de gemeente-ontvan
ger J. P. Mol tot penningmeester en M. W. Bijvoet tot 2de
penningmeester.
Vervolgens werd voorgesteld dat een tiental commissarissen,
door het bestuur te benoemen, belast zou worden met de zorg,
opstelling en regeling van de tentoonstellingen.
Wanneer op 4 april 1860 bestuur en leden weer bijeen zijn,
komt aan de orde het geven van een naam aan de vereniging.
Uit een zestal namen wordt met meerderheid van stemmen
