AfÉiF
- 156
van Velsen Jr., A. Roozen, A. H. Prinsen, W.J. Eldering, N.
Kramer, H. Roozen Bzn., L. Roozen, G. van der Werff, A. L.
Smit en A. J. Bos.
Kort na de oprichting van de Bloem van Kennemerland
ontving het bestuur een schrijven van de Commissie van de
Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur te Haarlem,
gedagtekend 19 mei 1860. De commissie, bestaande uit de
heren H. Polman Mooij, H. D. Krusemenjr. enj. H. Krelage,
berichtte daarin o.m. dat de te Haarlem gevestigde firma's in
het bloembollenvak op 15 mei van dat jaar bijeen waren ge
komen voor de oprichting van een vereniging met het doel
„om door samenwerking van krachten het vak te veredelen".
Reeds was de grondslag gelegd voor een vereniging, voorlopig
onder de naam van „Algemeene Vereeniging voor Bloembol
lencultuur". Omdat het aan de Commissie bekend was dat
behalve de Flora van Noordwijk ook de Bloem van Kennemer
land op dit gebied al loffelijk werk verrichtte, besloot de Haar
lemse vereniging, alvorens meer bekendheid aan haar op
richting te geven, contact op te nemen met de Bloemendaalse
VEBEENICINfi „DE BLOEI VAN KENNEMERLAND
i A A AAA AA A.i AA X XX A iïi A
ci-!e«romlöaf' <W>1 I klfWvl' ABi>0=.
himmwi
Mui Bestuur der „J<£ BtOKM van kenn kmbki.axb," gwmtigd ie Bloemendasti,
■<■eklt.litri, do.t jla r
v BLOEMENDAAL.il.:
LID divv Ve/ven )<;i>.)s{/.
Foto 4. Bewijs van lidmaatschap Vereniging „De Bloem van Kennemerland"