„EEN PRACHTSCHOOL"
EN „UIT HUPIE'S TIJD"
Van ons medelid, de heer J. D. Wolterbeek, ontvingen wij een
reactie op de in de Jaarboeken 1964 en 1966 verschenen artikelen van de
heer J. C. van Dijk. Uit zijn brief Jiemen wij het volgende over:
In deze artikelen doorleefde ik veel van de ondervindingen
van mijn eigen jeugd opnieuw, omdat ik mijn lagere schooltijd
grotendeels op de school van Hubregtse doorbracht en ik ook
nog enkele jaren leerling was van de Haarlemse H.B.S. onder
het directeurschap van Dr. Brongersma.
De beschrijvingen van de leraren van de H.B.S. zijn zeer
goed, de meesten, althans die ik had, zijn zeer goed getypeerd.
Er zullen er wellicht niet veel meer in leven zijn die daar op de
banken in het gebouw aan de Jacobijnestraat hebben gezeten,
anders zouden zij zich misschien ook nog herinneren, hoe de
heer Azuerus van der Voort Azueruszoon, wanneer hij een
zakmes of iets dergelijks, waar een van de jongens onder de les
mee zat te spelen, afpakte, zeide: ,,Als je het terug wil hebben,
moet je laten baggeren bij de Nassaubrug over de Nieuwe
Gracht". En ook hoe de heer Günther bij de Duitse uitspraak
ons leerde: ,,Wenn man Deutsch spricht soil man jede Silbe
abbeissen wie man in einen Apfel beisst".
In mijn herinnering waren de woonplaatsen van sommige
leraren anders dan in het artikel aangegeven. Zo woonde
Van der Voort op het Staten Bolwerk, naar ik meen nr. 26,
Bruijel woonde niet in de Tempelierstraat, die er toen nog
niet was. Het heette daar toen nog Wijde Geldeloze Pad, de
tram naar Zandvoort liep er door en kruiste de ceintuurbaan
die over de Koninginneweg reed. Geldeloze Pad was een be
langrijke tramhalte met een diensthuisje. Bruijel woonde aan
de Koninginneweg in het stukje tussen de beide Emmastraten
aan de Noordzijde. Günther woonde in mijn tijd op een bene
denkamer in het huis Gedempte Oudégracht 31, waar later
blijkbaar Nolst Trinité woonde, wij zagen hem na schooltijd