183 -
dikwijls daar voor het raam zitten. Aan het Floraplein, dat
toen nog Florapark heette en waar ik zelf op nr. 19 woonde,
heb ik Heyman en v.d. Vegte gekend.
In het Jaarboek 1966 trof ik op de bladzijden 90 en 116
mijzelf als schooljongen terug, echter per abuis aangeduid met
de naam van mijn broer, Kees Wolterbeek. Dit moet zijn
David Wolterbeek. Dat mijn broer Kees, die 2 jaar jonger was
dan ik, meer in de herinnering van de schrijver opkwam, is
begrijpelijk. Hij was een veel beter sportsman dan ik. Bij de
laatstgenoemde afbeelding kan ik nog enkele aanvullingen
geven. De twee jongens links boven waren Herrmann (zijn
voornaam herinner ik mij niet) en Wim van Oorde. Gerke was
ten rechte H. G. Gerke, zoon van een bekende dokter in Zand-
voort. Het meisje tussen Jan Schippers en mij was Aurelia
Posthumus. Heshuizen heette Gerrit van zijn voornaam en
Tideman heette Dolf. De eerste geheel links op de onderste rij
is Haeseker, van de beide andere onbekenden op de onderste
rij herinner ik mij de namen niet, hoewel ik hun gelaatstrekken
wel herken.
Ook de beschrijving van de school van Hubregtse is zeer
goed. Vele trekjes zoals "Hupie's hoed, fort Chabrol, de vecht
partijen met het Keizerrijk, het snoepwinkeltje van Dove Ka
enz. zijn uitstekend getypeerd. Zo ook de onderwijzers.
Koning, die ik in de 5e klasse had en die altijd zei: „Zit niet
zo te snurken", mis ik. In de 3e klasse had ik Visser, in de 4e
Meerburg en in de 6e Eikelenboom, aan wie ook ik prettige
herinneringen behouden heb.
J. D. Wolterbeek