TIJDGENOTEN OVER HAARLEM
In de komende jaarboeken zullen een aantal verslagen opgenomen
worden van personen, zowel buitenlanders als Nederlanders, die Haar
lem bezochten en schriftelijk iets van hun indrukken vastgelegd hebben.
Dit soort reisverslagen geeft vaak een aardig beeld van de stad in de tijd
waarover het verslag handelt. Omdat de meeste bezoekers hun indrukken
vrij subjectief weergeven zal de serie „Tijdgenoten over Haarlemeen
vrij genuanceerd beeld van de stad geven.
I. Sir William Brereton, 1634
Op maandag 9 juni' 1634 bracht Sir William Brereton de dag in
Haarlem door en vertelt daarover op pag. 4854 van zijn in 1844
gepubliceerde reisverslag: „Travels in Holland, The United Provinces,
England, Scotland and Ireland 16341635Uitgdoor Edw.
Hawkins voor The Chatham Society)
Voor de hieronder volgende tekst is gebruik gemaakt van de ver
taling die, op fiches, aanwezig is bij het Haarlemse Gemeentearchief.
Leestekens en interpunctie is volgens moderne maatstaven aangebracht.
Interessant in dit verslag is bij voorbeeld de rivaliteit tussen Haar
lem en Amsterdam die uit de verhalen over de ommuring blijkt en uit
de opmerking dat men om in Amsterdam een terechtstelling te kunnen
doen plaats vinden, men een beul uit Haarlem moest laten komen en dat
deze pas komt wanneer hij tijd heeft! De geheel andere instelling die
men in vroeger eeuwen had ten opzichte van lichamelijk gehandicapten,
blijkt uit de passage over de dikke man, die van tijd tot tijd door de
stadsbestuurders als bezienswaardigheid naar het stadhuis werd ge
haald.
Om ongeveer één uur kwamen wij in Haarlem aan, de
tweede stad van Holland. Op de rivier tussen het meer en de
stad passeerden wij een schip, geladen met bier, van dezelfde
tonnage als het onze. Wij laveerden ongeveer twintig maal in
dit kleine nauwe water en zagen een ander schip, vlak voor
ons, tijdens het laveren aan de grond raken. Voordat wij bij de
stad kwamen zagen wij een kleine galg, gebouwd met drie