HAARLEMS MONUMENTENZORG
IN 1969
Wie Haarlem nadert van het oosten uit, zou kunnen denken
dat een zaadje van een flatplant naar de oude stad is overge
waaid. Men ziet er een vreemd gewas oprijzen, een hoge op
eenstapeling van lichte en donkere stroken, zoals in onze mo
derne woonwijken. Wij hopen niet dat Bakenes een voor dit
soort onkruid vruchtbare bodem heeft. Gelukkig blijkt er
slechts sprake te zijn van een tijdelijk bouwsel, een cocon
waarbinnen zich een gedaanteverandering voltrekt van een
achtenswaardig monument: de Bakenessertoren.
De belangstellende die een kijkje neemt binnen het omhul
sel, schrikt misschien van de onttakelde toestand waarin deze
toren in de loop van het jaar is komen te verkeren. De ui en het
gesloten houten bovenstuk zijn verdwenen, evenals de geheel
uit zandsteen bestaande open lantaarn daaronder. Ook tal
rijke andere onderdelen, zoals het boogfries met balustrade en
hoekpinakels op de bakstenen schacht, werden verwijderd en
tijdelijk naar beneden getransporteerd. Men vindt ze uitge
stald op het pleintje aan de voet van de toren en naast de
bouwketen. Inmiddels is het fries met de tudorboogjes weer
grotendeels aangebracht.
Het herstellen van de steenstukken geschiedt in een speciaal
voor dat doel ingerichte zandsteencabine. Een daarin ge
plaatste afzuiginrichting verhindert de inademing van de ge
vaarlijke kiezelzuur bevattende stofdeeltjes, die bij het hakken
van de zandsteen vrijkomen. De voor deze bewerking ver
kregen vergunning maakt het mogelijk dat de gehele acht
kante opbouw van de toren uit dit oorspronkelijk toegepaste
materiaal kan blijven bestaan. Daar zandsteen slechts bij
hoge uitzondering verwerkt mag worden, blijkt wel dat
van rijkswege aan dit monument een bijzondere waarde
wordt toegekend. De toepassing van een andere steensoort kan
nu beperkt blijven tot het herstelwerk van de balustrade op de
eerste omloop, met de bijbehorende pinakels en luchtbogen.